Door Net als de eerder door ons geteste Pioneer A-50 is deze A-70 een versterker die gebruikmaakt van klasse-D-technologie voor de eindversterking, en dat is eerder uitzonderlijk in dit segment.
Een ander opvallend kenmerk is dat deze Pioneer niet alleen analoge in- en uitgangen heeft, maar ook een digitaal luik. Langs die digitale ingangen kunnen signalen rechtstreeks naar de ingebouwde ESS Sabre DAC (32-bit/192kHz) worden gestuurd, waarna ze worden omzet naar het analoge domein.
Met name voor oudere en eenvoudige bronnen – denk bijvoorbeeld aan een budgetgerichte Blu-ray-speler, cd-speler of netwerkspeler – zou die werkwijze voor een aanzienlijk betere geluidskwaliteit kunnen zorgen.
,
Het eerste wat opvalt wanneer we de Pioneer opstellen in onze ruimte, is het aanzienlijke gewichtsverschil met z’n kleinere broer: de A-70 weegt zomaar even 17 kilogram, niet meteen wat je verwacht bij een klasse-D machine.
De A-70 beschikt dan ook over twee transformatoren en een verstevigde bodemplaat, zaken die op de A-50 niet aanwezig zijn maar wel degelijk een invloed op de geluidskwaliteit kunnen hebben.
Met zoveel aandacht voor detail onder de kap, mag het eigenlijk niet eens verwonderen dat ook de algemene bouwkwaliteit er prima uitziet.
Hoewel de Pioneer A-70 een stuk minder diep is dan de andere stereoversterkers die we onlangs te gast hadden in ons kijk- en luisterlokaal – de Naim Nait 5i even buiten beschouwing gelaten – is het zeker geen kleine jongen.
Hij produceert overigens ook merkbaar minder warmte dan een doorsnee versterker – een typisch voordeel van klasse-D versterkers, die gewoon een stuk efficiënter met energie omgaan.
,
Op de achterkant is de A-70 rijkelijk voorzien van aansluitingen, en ze zijn allemaal nog verguld ook. We tellen drie analoge cinch-ingangen, een phonostage voor MM- en MC-elementen, een tape-loop en een power amp-ingang. Die worden bijgestaan door twee paar stevige, metalen speakerterminals.
Alleen een pre-out ontbreekt op het appel, zodat je voor het aansluiten van een subwoofer bent aangewezen op high-level aansluitingen via de speakerterminals.
Voor digitale toestellen zijn ook nog een optische, coaxiale en USB-poort (type-B) present. Voor alle duidelijkheid: die laatste is niet bestemd voor je iPod of een USB-stick. Wel kan je er een computer op aansluiten, waarna de DAC in de Pioneer A-70 dienst doet als hoogwaardige geluidskaart voor je PC.
Een hoofdtelefoonuitgang vind je op het frontpaneel, waar verder een stel aangenaam draaiende knoppen aanwezig zijn voor de balans, toonregeling, bronkeuze en het volume.
De drukknopjes op het frontpaneel – waarbij er eentje zelfs een loudness-functie activeert – vragen om een wat hardere drukactie dan bij de Denon, maar verder valt er weinig aan te merken op deze Pioneer.
,
Wanneer je de geluidssignatuur van de Pioneer A-70 vergelijkt met die van de gelijkaardig geprijsde Denon PMA-1510AE (die trouwens opgevolgd wordt door de PMA-1520AE), merk je meteen dat de A-70 zowat de tegenpool is van de PMA-1510AE.
Waar de Denon rust uitademt en eerder bezadigd uit de hoek komt, stuurt de Pioneer een veel energieker, sprankelend geluid de wereld in. De Pioneer lijkt trouwens ook een stuk krachtiger dan de vermogensopgave van 90 watt per kanaal doet vermoeden. Met name in het laag heeft de A-70 echt verrassend veel punch in huis.
In vergelijking met de A-50 uit eigen huis is de A-70 ook duidelijk subtieler afgesteld, iets waar de geluidstuning door de bekende Air Studios ongetwijfeld voor iets tussen zit. Er zit meer rust in het hoog en het geluid komt wat geraffineerder uit onze speakers gerold dan bij zijn kleinere broer, terwijl de goede eigenschappen van die laatste – zoals de prima detailweergave – toch behouden blijven.
Wat we nog wel missen, is wat extra diepte in het geluid: de Pioneer zet weliswaar een erg brede soundstage neer, maar het blijft eerder 2D dan 3D.
En het digitale luik? Dat zet prima prestaties neer, welke ingang je er ook voor aanspreekt. Het geluid is werkelijk doordrenkt van het detail. Maar in combinatie met de heldere weergave van de versterker wordt het geluid er ook een stuk directer en analytischer door. Dat zorgt voor een uitgesproken strak geluid – soms op het strenge af.
Net zoals bij andere versterkers is het dan ook vooral een kwestie van deze versterker met de juiste speakers te combineren. In het geval van de A-70 zouden we daarvoor in de eerste plaats een wat warmere, gedetailleerde speaker kiezen met een niet te uitbundige hoogweergave. Op die manier vermijd je luistermoeheid, zonder dat de sterke punten van de Pioneer worden weggedrukt.
,
Wat ons aan het eind van de rit nog het meest verbaast bij de A-70, is het messcherpe prijskaartje dat Pioneer aan deze machine verbindt.
Voor net geen 1.000 euro haal je een erg compleet en flexibel pakket in huis dat veel waar biedt voor het geld, en vooral bij liefhebbers van detail, snelheid en kracht goed onthaald zal worden. Door het directe karakter valt er altijd wat te beleven, al betekent dit ook dat je een combinatie met uitgesproken felle speakers beter vermijdt.
De digitale aansluitingen en USB-DAC zorgen bovendien voor heel wat bijkomende mogelijkheden.
