Geluid

Review: Meridian Explorer DAC

Onze vaste lezers hebben ze al vaker zien voorbijkomen: DAC’s, oftewel digitaal-naar-analoog converters. Wat een DAC in essentie doet, laat zich eenvoudig uitleggen: hij zet de gegevensstroom van een digitale audiobron (lees: eentjes en nulletjes) om in een analoog signaal, dat daarna weergegeven kan worden door een versterker.

Nu is een DAC een minder exotisch component dan vaak aangenomen wordt. Elke digitale audiobron met analoge uitgangen beschikt de facto al over een ingebouwde digitaal-naar-analoog converter. Jawel, zelfs je computer.

Loont het voor muziekliefhebbers dan wel de moeite om te investeren in een losse DAC, als die toch al in je pc zit? Op basis van onze ervaringen met de Meridian Explorer zijn we geneigd om die vraag met de woorden ‘zeer zeker’ te beantwoorden.

,

De Meridian Explorer is dus een DAC, een USB-DAC om precies te zijn. Of beter: een DAC’je, want met afmetingen van 10 bij 3 bij 2 centimeter kan je hem bezwaarlijk groot noemen. Daardoor leent de Explorer zich uitermate goed voor mobiele toepassingen – hij past perfect in een laptoptas.

Het toestelletje is gehuld in een aluminium behuizing die er niet alleen fraai uitziet maar ook erg solide aanvoelt. Een groot verschil met de plastic bakjes die je soms aan dumpingprijzen in de computerhandel vindt.

Op de bovenkant zien we drie lampjes die de samplerate aangeven. Eén oplichtend LED’je duidt op 44,1 en 48 kHz (1x), twee LED’s op 88,2 en 96 kHz (2x), en drie LED’s op 176,4 en 192 kHz (4x). Daarmee is meteen duidelijk dat de Explorer ook raad weet met hi-res muziek, tot 24-bit/192kHz om precies te zijn.

De aansluitingen van de Explorer zitten op de zijkanten, die in een mooie contrasterende zwarte tint zijn uitgevoerd. Voor de verbinding met je computer is er een mini-USB-ingang, die je via het meegeleverde verloopkabeltje op een vrije USB-poort van je computer aansluit.

Een prima keuze, die niet alleen minder stress op de USB-poort zet dan een vast aangehechte USB-plug maar er ook voor zorgt dat er geen andere poorten geblokkeerd worden door de DAC.

Zoals meestal het geval is bij dit soort toestelletjes, zorgt de USB-aansluiting ook voor de stroomvoorziening van de Explorer. Een stopcontact of batterijen heb je dus niet nodig.

Aan de andere kant zitten twee uitgangen die beide een dubbelfunctie vervullen: een hoofdtelefoonuitgang die dubbelt als voorversterkeruitgang, en een lijnuitgang die (met een adapterstukje) omgevormd kan worden in een optische digitale uitgang.

De Explorer is dus duidelijk meer dan een DAC-met-hoofdtelefoonaansluiting. Je kan de kleine Meridian net zo goed op een paar actieve speakers aansluiten of hem inzetten als digitale audiointerface. In dat laatste geval is de output wel beperkt tot 96 kHz.

Ook intern is de Explorer bepaald geen verkeerde verschijning. De Britse high-end fabrikant gebruikt onderdelen die hun waarde al bewezen in duurdere toestellen en een analoge volumeregeling die het volume in 64 stapjes kan instellen. De volumeregeling bedienen gebeurt natuurlijk wel digitaal – je stelt het in op je computer, net zoals je anders zou doen.

Voeg daar nog aan toe dat de Explorer door Meridian ontworpen én vervaardigd wordt in Groot-Brittannië, en het prijskaartje van 299 euro komt in een heel ander daglicht te staan.

,

Wie met een Mac of Linux-systeem werkt kan meteen aan de slag met de Explorer, maar op een Windows-machine moeten er eerst nog enkele drivers geïnstalleerd worden. Gelukkig levert Meridian die netjes mee, inclusief een gedetailleerde handleiding die ook minder ervaren computergebruikers meteen op de juiste weg zet.

Wanneer de installatie er op zit en we de Explorer hebben aangeduid als audioapparaat op onze Windows-machine, kunnen we aan het luisteren gaan. Daarvoor laden we een gevarieerde afspeellijst in Foobar en kiezen we voor Kernel-streaming als uitvoer, al kan je net zo goed WASAPI gebruiken – de Explorer ondersteunt beide.

We gebruiken de Explorer eerst als ‘pure’ DAC via de lijnuitgang, van waar het naar ons testsysteem gaat. Dat levert meteen erg fraaie resultaten op. Met de barokmuziek van Hopkinson Smith – we luisteren naar Suites nr. 1, 2 en 3 van Bach – krijgen we een goed gebalanceerd, luchtig geluid te horen dat bulkt van de kleine details.

Niet alleen wordt Smiths meesterlijke getokkel op de teorbe – een familielid van de luit – in z’n volle glorie weergegeven, ook de kleine bijgeluiden in de opname zijn duidelijk hoorbaar.

Ook met recentere muziek – we stappen over op Felt Mountain van Goldfrapp – blijft die goede eerste indruk overeind, al vallen hier ook enkele andere aspecten op. Zo hebben we het gevoel dat de Explorer muziek wat warmer en fijnzinniger neerzet dan onze eigen StageDAC, wat voor een ‘organisch’ gevoel zorgt maar ook ietsje ten koste gaat van de pure dynamiek en druk in het laag.

Wanneer we onze aandacht verleggen naar de hoofdtelefoonuitgang van de Explorer , merken we al snel dat de zaken hier wat complexer liggen. Zoals bij de meeste USB-DAC’s en hoofdtelefoonversterkers met USB-voeding, is het niet evident voor zo’n klein toestelletje om een hoogohmige, weinig efficiënte hoofdtelefoon leven in te blazen.

Toch slaagt de Explorer daar verrassend goed in: hij heeft weliswaar niet dezelfde drive als onze Lehmann Black Cube Linear hoofdtelefoonversterker, maar presteert nog steeds meer dan behoolrijk. En ook hier hoor je natuurlijk weer dat de D/A-conversie van de Exlorer er beslist mag zijn.

Alleen uitgesproken laagohmige hoofdtelefoons – denk aan sommige in-ears en hoofdtelefoons voor mobiel gebruik – vormen een minder goede combinatie met de Explorer, iets wat zich uit in licht controleverlies en een wat aangezet laag.

We vermoeden (bij gebrek aan meetgegevens) dat de uitgangsimpedantie van de Meridian net wat te hoog is om ook die sets perfect in zijn greep te houden, aangezien niet iedere hoofdtelefoon in onze testpoule er op dezelfde manier op reageert. Soms hoor je het duidelijk, soms helemaal niet.

,

Met de Explorer heeft Meridian een uitermate geslaagde USB-DAC gelanceerd die zich heel eenvoudig in uiteenlopende systemen laat integreren.

Niet alleen klinkt dit kleine toestelletje uitstekend, het heeft ook heel wat meer te bieden dan je in eerste instantie zou denken. We vermoeden dat het gros van de muziekliefhebbers zich vooral aangesproken zal voelen door de DAC-functionaliteit en hoofdtelefoonuitgang, maar dat neemt niet weg dat we de digitale uitgang en voorversterkerfunctionaliteit aanlokkelijke extra’s vinden.

Ons enige voorbehoud zit ‘m in de combinatie van de Explorer met uitgesproken laagohmige hoofdtelefoons, die hij minder fijn vindt dan hoogohmige exemplaren. Maar verder is het echt heel erg moeilijk om kritiekpunten te vinden bij dit toestelletje.

Tel daarbij dat de Explorer met stip de goedkoopste Meridian is, en we vermoeden dat heel wat van deze toestelletjes hun weg naar de koper gaan vinden. Volkomen terecht, als je het ons vraagt.

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.