Ouya begon z'n leven op Kickstarter.com, de bekende site waar entrepreneurs met een goed idee fondsen direct bij het grote publiek werfen. Het idee was even simpel als geniaal: bouw een betaalbare console met smartphone- en tablethardware die Android draait, zodat het zonder veel moeite de tienduizenden Android-games kon draaien.
Er werd 950.000 dollar gezocht om Ouya te ontwikkelen, maar de respons was zo groot dat er circa 8,5 miljoen werd opgehaald bij meer dan 63.000 'backers'. Het concept was alvast een schot in het roos, dat was duidelijk.
Nu zijn we een jaar later en worden de eerste Ouya-consoles uitgeleverd aan consumenten. Het is een democratisch geprijsd machientje geworden: voor net geen honderd euro wordt het naar Europa verscheept vanaf de Amerikaanse Ouya-website. Ondertussen zijn er ook online winkels (zoals Amazon) en winkelketens die de console in de rekken gaan leggen.
,
Alleen al het voorkomen van Ouya is heel anders dan bij de grote jongens uit de consolewereld. De Ouya is een kleine kubus van minder dan 10 centimeter aan elke zijde, met alle aansluitingen achteraan gepositioneerd. Die zijn minimaal: een HDMI-uitgang, een netwerkaansluiting, en een gewone en micro-USB. Ook aan boord: WiFi. De makers beschrijven de Ouya graag als gelijkend op een Rubik-kubus, toch qua afmetingen.
De hardware in het doosje is die van een smartphone of tablet van het afgelopen jaar. De Ouya is opgebouwd rond nVidia's Tegra3-platform met een ARM A9-quadcore-processor aan 1,7 GHz. Het werkgeheugen bedraagt 1 gigabyte, terwijl je kan rekenen op een theoretische 8 GB op games en apps te bewaren.
In de doos steekt ook een draadloze controller. Hier en daar wordt in andere reviews daar heel negatief over gedaan, maar dat is overdreven. Het is een vrij degelijke en stevige controller die goed in de hand ligt en goed aanvoelende knoppen bezit. Voor de prijs is het niet slecht. Wat wel opviel is dat er soms een vertraging of lag zat op de draadloze verbinding, en dat is minder leuk.
Er is dus geen optische drive aan boord, zoals je wel nog op de PlayStation en Xbox vindt. Alle games download je via een eigen app-winkel van Ouya. Een eerste innovatie: alle games kan je downloaden en proberen vooraleer te betalen. 'Try before you buy', dus, wat gegeven de wisselende kwaliteit van Android-games geen slechte zaak is.
,
De Ouya-console aansluiten en instellen is kinderspel. Al lopen we snel tegen een eerste irritatie aan: je moet een betaalmiddel koppelen aan een Ouya-account om de installatie te vervolledigen. De makers sussen door te stellen dat je via een ouderlijk toezicht-functie een pin-code kan plaatsen op de aankoop-knop, maar toch. Ik had liever gezien dat je concrete betaalinfo moet invoeren bij je eerste aankoop van een game.
Verder valt er weinig te configureren. Wel werd er meteen een update voor de console gedownload en geïnstalleerd, een proces dat op een snelle lijn tien minuten duurde. Een paar dagen later volgde tijdens het testen nog een stevige update.
Alvast een indicatie dat de Ouya nog wat van zijn werfkarakter behoudt, al is updaten stilaan de norm aan het worden bij wel meer producten. Tv's en AV-receivers die op de FWD-redactie worden getest, ontvangen ook aan de lopende band updates. Ergens is het ook geruststellende weten dat eventuele problemen aangepakt worden.
,
De Ouya start in een klein minuutje op, en je komt meteen in een zeer strakke interface terecht met slechts vier opties: Play, Discover, Make en Manage. De eerste spreekt voor zich en brengt je naar geïnstalleerde games en apps, de tweede optie opent de Ouya-appwinkel en de vierde optie verbergt een bescheiden aantal instellingen.
Het is pas als je in die laatste duikt dat je typische Android-elementen ziet opduiken, bijvoorbeeld als je de netwerkinstellingen opzoekt. Op alle andere momenten zit je in een grafische omgeving die helemaal eigen is aan Ouya. Het is eenvoudig en goed afgestemd op grote Full HD-televisieschermen. Alles is prettig leesbaar op vele meters afstand op onze 55-inch tv-toestel.
Het valt wel op dat de menu's van de Ouya niet altijd vloeiend reageren, ondanks hun eenvoud. Nochtans zijn er geen ingewikkelde animaties die de zaak kunnen doen vertragen.
En de derde mogelijkheid op het hoofdscherm dan? 'Make' mikt volledig op ontwikkelaars die zelf spelletjes of andere apps voor de Ouya willen brouwen. Wie zich daaraan wil wagen, kan via de Make-optie zijn projecten testen en bekijken. Een doorsnee gamer zal er dus niet vaak komen, en het dus wat excentriek dat Make als optie op het hoofdscherm staat.
Wel vinden we tijdens bij Make een experimentele browser-app. Die blijkt behoorlijk goed te werken, maar kan toch niet bij de lijst van gedownloade games en apps onder Play worden geparkeerd. Dat komt misschien nog.
,
Bij een spelconsole draait het natuurlijk allemaal rond de games. Ouya gaat van start met een 150-tal, allemaal te vinden via de app-winkel achter de Discover-optie. Ik zie meteen een aantal bekende namen, maar niet uit de klassieke consolewereld. 'Bekend' betekent hier vooral 'een vertaling van een Android-game'.
Dat is niet per se slecht, want er zijn heel wat geslaagde mobiele games. Maar er ontstaat toch snel een gevoel van teleurstelling, bijvoorbeeld als ik op jacht ga naar een racespel. Het aanbod bestaat uit tweederangstitels die nergens in de buurt komen van iets als de Need for Speed-games.
Andere genres zijn wel wat beter gestoffeerd. Vooral als je een nostalgische retrotrip wil maken, kan je wel wat vinden. Op dat vlak springen onder andere The Bards Tale en Final Fantasy III het meest in het oog. Maar het is wel hard zoeken naar een toptitel.
Een van de populairste games in de Ouya-winkel is Shadowgun, een SF-shooter met veel grafische effecten die klaarblijkelijk de Ouya zwaar op de proef stellen. Tijdens het spelen is de actie regelmatig wat slomer, een probleem dat andere geteste games ook vertoonden. De ventilator in de Ouya begint op zo'n momenten al gauw te ronken, wat lichtjes storend is.
Een van de minpunten is het grafische niveau van de games. Die was wellicht voldoende voor een klein scherm van een tablet of smartphone, maar op een grote tv zie je dat het grafisch geweld van de Ouya toch bescheidener is dan pakweg bij de PlayStation 3. Het gaat hier niet om resolutie – de Ouya stuurt 1.080p naar buiten – maar over zaken als lichteffecten en algemene snelheid.
,
Er zijn echter niet enkel games in de Ouya-winkel te vinden. Een bescheiden aantal apps bieden ook andere zaken aan. Zo kan je de Ouya inzetten als mediacenter door de Plex-app te installeren of internetradio beluisteren via TuneIn.
Plex is een bekende media-app met een prachtige interface om video, muziek en foto's af te spelen vanaf een Plex Media Server, een programma dat je bijvoorbeeld op een pc of een NAS draait. Op de Ouya draait het prima, al zijn we niet heel gelukkig met de videokwaliteit van gestreamde films. Zelfs kwalitatieve Full HD-videobestanden worden op aansporen van de Plex-app op de Ouya gehercodeerd naar een matige kwaliteit die niet goed genoeg is voor televisiegebruik.
,
Gegeven dat een Ouya-console slechts honderd euro kost, kan dit compacte kubusje verbazend veel. Maar het voelt op verschillende vlakken niet helemaal klaar aan. Het game-aanbod is matig, veel games draaien niet soepel – ondanks de snelle hardware – en af en toe oogst je een crash.
Sommige van die zaken zijn op te lossen door de software verder te optimaliseren. Althans, dat hopen we. De software-updates die ik tijdens het testen zag binnenrollen stemt me hoopvol. Tegelijkertijd is de hardware wat het is, en vermoed ik niet dat games grafisch heel gelikt zullen worden. Maar als het goed zit met de speelbaarheid, dan is niet zo'n struikelblok.
Niettemin is het goed dat er een initiatief als Ouya opduikt, eentje die gaming via de tv mogelijk maakt voor een bescheiden budget. Hopelijk maakt de Ouya zijn belofte helemaal waar in de komende maanden.