Apple deed vandaag waslijst aankondigingen in San Francisco, maar één trok alle aandacht naar zich toe: de iPad Air. Deze nieuwe versie van de superpopulaire tablet is op een straf dieet gestuurd.
De iPad Air behoudt een Retina-scherm van 9,7 inch diameter met een resolutie van 2.048 x 1.536. In het oog springend is dat de tablet circa twintig procent dunner is geworden en nu slechts 7,5 mm dik is. Het levert een onwaarschijnlijk contrast op als de iPad Air naast het model van vorig jaar houdt.
Maar in gebruik is vooral het sterk afgenomen gewicht belangrijk, meer dan dikte. De iPad Air weegt ongeveer 469 gram (voor de WiFi-versie, 4G weegt iets meer), wat stukken minder is dan voorheen. Om juist te zijn: 28 procent minder. Op dat vlak zet Apple weer de norm, al is de afstand naar concurrenten zoals de Sony Xperia Tablet Z (495 gram, hier getest) niet zo groot.
De iPad Air blijft op zijn prijspunt van voorheen. Het instapmodel kost 479 euro, het allerduurste met 128 GB en 4G loopt op tot 869 euro. De iPad 2 blijft beschikbaar, vanaf 379 euro. Dat laatste is vrij fors voor een tablet die zijn leeftijd toch wat begint te tonen.
,
Ook de iPad mini krijgt een opvallend – maar toch voorspelbare – upgrade. De miniversie van de iPad is nu beschikbaar met een Retina-scherm, wat best indrukwekkend is als je rekent hoeveel pixels (3,1 miljoen) er op een beperkte schermoppervlakte van 7,9 inch worden gepropt. Het belooft een zeer scherp beeld te leveren.
De nieuwe iPad mini is echter wel wat duurder dan voorheen: 389 euro voor de 16 GB instapmodel met WiFi, wat zestig euro meer is dan voorheen. Ook nieuw is dat er een iPad mini is met 128 GB opslagruimte.
Tegelijkertijd blijft de oorspronkelijke iPad mini in de winkels liggen, maar wel aan een iets lager prijspunt. Met een prijskaartje van 289 euro vormt het een serieuze uitdager voor Android-fabrikanten die tot voor kort op prijs konden spelen.
,
Waar de iPad mini vroeger technisch achterholde ten opzichte van de grote iPad, is die achterstand nu weg. De iPad Air en iPad Air gebruiken dezelfde gloednieuwe A7-chip, en draaien nu volledig in 64-bit modus. Dit laatste werd ook bij de iPhone 5s als troef uitgespeeld, al is het niet iets dat een doorsnee consument meteen zal merken.
Een interessant gevolg van de nieuwe processor, aangevuld met een nieuwe grafische chip, is dat de iPad Air tot twee keer sneller is dan zijn voorganger. Maar bij de iPad mini is de kloof veel groter, omdat het vorige model een nog oudere chip had. De kloof tussen oud en nieuw zou tot een factor van acht bedragen, aldus Apple.
Ook hebben beide iPads een nieuwe Facetime HD-camera en een 5 megapixelcamera aan de achterkant.
De iPad Air zou vanaf 1 november te koop zijn, ook in België en Nederland. Over de beschikbaarheid van de iPad mini spreekt Apple niet in zijn perscommunicatie, maar tijdens het event werd ook 1 november aangehaald.