Er zit meer potentieel in je televisie dan je denkt. Met deze eenvoudige tips haal je de beste resultaten uit je scherm.
1. Schakel over naar een betere bron
Wie nog naar analoge televisie kijkt of VHS-banden afspeelt, gebruikt allesbehalve het volledige potentieel van een HD-televisie. Vooral bij grotere schermformaten zorgt dit voor bedroevende resultaten. Verwijs die oude VHS-recorder dus naar het recyclagpark. Tapes nemen trouwens onnodig veel plaats in en zijn onderhevig aan slijtage. Wil je die opnames echt bewaren, kopieer ze dan naar een dvd-schijfje.
Ook voor tv-opnames vertrouw je best op een dvd-recorder met harde schijf. Wie een abonnement heeft voor digitale televisie kan daar ook z’n settopboxen voor gebruiken – die biedt erg veel functionaliteit voor een beperkt budget. Voor de archivering van je opnames blijft een dvd-recorder echter de meest aangewezen keuze.
2. Gebruik een betere aansluiting
Bij moderne apparatuur hoort een moderne aansluiting. Al te vaak wordt een dvd-speler aangesloten via de composiet video-aansluiting (herkenbaar aan de gele cinch-connector). Dat kan veel beter! Opteer waar mogelijk voor HDMI-aansluitingen. Zijn die niet aanwezig, gebruik dan een component video- of Scart-kabel. Kijk bij die laatste wel even na of de Scart-uitgang van je speler RGB uitstuurt (raadpleeg de handleiding), en niet gewoon composiet video.
3. Kijk de beeldverhoudingen na
Wie dacht dat met 16:9 en 4:3 alles gezegd was over beeldverhoudingen vergist zich. Heel wat televisietoestellen hebben een toets op de afstandsbediening die de aspect ratio of beeldverhouding controleert. Kijk met deze toets na of het beeld niet vervormd wordt weergegeven, als je de indruk hebt dat iedereen te dik of te slank is op het scherm.
4. Leer je televisie kennen
Het lijkt evident, maar heel wat kijkers laten de handleiding van hun tv-toestel links liggen tot ze voor problemen komen te staan. Beperk je niet alleen tot de aan- en uit-knop, de volumetoetsen en de kanaaltoetsen van je toestel – maak eens een avondje vrij om de handleiding door te nemen. Speel met een aantal instellingen en je zal verbaasd staan van wat je allemaal kan aanpassen en verbeteren aan je televisietoestel.
,
5. Koop een degelijke kabel
Degelijke kabels maken van een slechte televisie geen toptoestel, maar de exemplaren die bij je toestellen worden geleverd zijn vaak enkel geschikt als noodoplossing. Ongeacht het gebruikte type aansluiting loont het de moeite om te investeren in een degelijke kabel. Ga eventueel voor een versie met vergulde stekkers, zeker als je een wat langere kabel nodig hebt. Bedenk dat een goede bekabeling het signaalverlies binnen de perken houdt en storingen voorkomt, maar ga je anderzijds ook niet te buiten aan buitensporig dure kabels.
6. Stel de kleuren correct in
Met de fabrieksinstellingen levert een toestel zelden de beste prestaties. Kijk op z’n minst even de beeldinstellingen na en selecteer de ‘Standaard’-, ‘Film’-, ‘Bioscoop’- of ‘Zacht’-instelling. Wil je snel even nakijken of de kleuren oké zijn? De huidtint van mensen (bijvoorbeeld in een nieuwsuitzending) is daarvoor een goede graadmeter. Ziet iedereen er verbrand uit, milder dan de kleuren; ziet iedereen er te bleek uit, stel de kleur dan iets harder in.
7. Denk eens na over de verlichting
Je hoeft een televisieruimte niet om te toveren tot de grot van Batman om van films te kunnen genieten. Wat je wel beter vermijdt, zijn staande lampen vlak voor en naast het scherm. Die zorgen immers voor storende reflecties. Indien mogelijk beperk je de verlichting tot wat sfeerlicht achter de televisie of achter je zitpositie. Wie in de kijkruimte grote ramen heeft die licht werpen op het scherm, voorziet best ook een paar gordijnen.