Beeld

Koopgids: Televisie

Wie met een bezoekje aan de lokale elektrozaak voldoende informatie hoopt te vinden voor de aankoop van een nieuwe televisie, komt vaak van een kale reis thuis. Het aanbod is overweldigend, de prijzen lopen ver uiteen.
 

Nochtans sta je voor een aankoop die toch wel enige jaren moet meegaan. Daarom wil je jouw keuze met meer dan één argument kunnen onderbouwen, en niet zomaar een toestel kiezen dat er wel leuk uitziet.

Deze tien tips zetten je op weg naar een geslaagde aankoop waar je lange tijd plezier aan beleeft met het hele gezin.

1. Kies een scherm op maat
De eerste vraag die je jezelf moet stellen is: hoe groot moet of mag mijn televisie zijn? Of beter: hoe ver zit je van het scherm? Want die afstand bepaalt de ideale schermgrootte.

Wij delen die ‘kijkafstand’ meestal door drie, en gaan met dat getal op zoek naar de schermdiagonaal die er het dichtst bij in de buurt komt. Een kijkafstand van 300 centimeter komt dus overeen met een beelddiagonaal van 100 centimeter, wat in de brochures meestal wordt uitgedrukt als 40 inch (één inch is 2,54 centimeter).

Ga je voor een maatje groter, dan zal de filmbeleving intenser worden. Beeldmateriaal van lagere kwaliteit wordt dan mogelijk wel als storend ervaren.

Houd ook rekening met de totale afmetingen van het scherm in verhouding tot de afmetingen van de leefruimte. Een grote televisie kan soms al té aanwezig zijn in een krap interieur.
 


2. Overweeg de plaatsing

De allernieuwste schermen zijn erg dun en licht, wat doet vermoeden dat je elk toestel zomaar aan de muur kan hangen. Toch vraagt zo’n wandmontage heel wat voorbereiding.

Heb je voldoende plaats tussen de tv en de muur voor je aansluitingen en raak je weg met kabels? Zeker als je werkt met een vaste beugel zijn dit belangrijke aandachtspunten. Tv’s met aansluitingen die zijwaarts gericht zijn genieten hier de voorkeur.

Anderzijds worden steeds meer toestellen van een opvallend mooie voet voorzien. Dit soort toestellen oogt mooi op een laag tv-meubel.

Heb je een tv-kast waarin je het toestel wil plaatsten, dan moet je ook hier de maximale maten kennen en nagaan of je alle kabels weggewerkt krijgt.

,

3. Welke technologie verkies je?
Ga je voor een schermformaat van 40 inch of meer, dan kan je vandaag kiezen voor drie beeldtechnologieën.

Plasmaschermen, die in kleinere schermformaten overigens niet beschikbaar zijn, geven snelbewegende beelden scherper afgelijnd weer. Ze zijn ook rustiger voor het oog.

Lcd-schermen zijn helderder en zuiniger. Ze gebruiken ook steeds vaker LED-verlichting als lichtbron. Daarom spreken we weleens over LED-tv’s. Een juistere naam zou LED-lcd-tv’s zijn, maar dat bekt zo raar. Hoe dan ook, de LED-versies zijn nog zuiniger en geven bewegende beelden ook beter weer dan klassieke lcd-televisies dankzij 100Hz- of 200Hz-technologie.

Goedkopere lcd-schermen met klassieke CCFL-verlichting blijven een uitstekende keuze als je budget wat beperkter is, maar bij een zoektocht naar een futureproof scherm opteer je toch beter voor een LED-lcd-scherm.

4. Hoe schat ik de beeldkwaliteit in?
Het weergeven van beelden is en blijft de belangrijkste taak van je toekomstige tv-toestel. Je wil dan ook niets anders dan de beste beeldkwaliteit. Maar de beeldkwaliteit beoordelen is niet evident op de winkelvloer.

Televisies staan er om ter luidst te ‘schreeuwen’ hoeveel licht ze kunnen opbrengen. Of beter: ze staan in een soort toortsmodus die ervoor moet zorgen dat de beelden er letterlijk en figuurlijk uitspringen, om op die manier de aandacht van potentiële kopers te trekken. De situatie op de winkelvloer heeft dus weinig raakvlakken met je woonkamer. Hoeft het gezegd dat dit een slechte basis is voor een vergelijking?

Onze testen, uitgevoerd in een gestandaardiseerde omgeving die aanleunt bij de situatie van een doorsnee woonkamer, leveren wel een goed beeld van de onderlinge verschillen.

We proberen onze metingen en bevindingen ook zoveel mogelijk te duiden in de besprekingen. Je vindt bij elke televisie in FWD Magazine ook de resultaten van enkele van onze metingen.

Zo geven we met de kleurtemperatuur, de gammawaarde en de gemiddelde foutmarge voor grijswaarden en de kleurweergave aan hoe de beeldkwaliteit onderling verschilt. In dit voorbeeld vind je hierover meer informatie.

Een bezoekje aan de winkelvloer blijft natuurlijk wel interessant om in te schatten of je een bepaalde weergavestijl aangenaam vindt, bijvoorbeeld bij de keuze tussen plasma en lcd.

Probeer de televisies die op je shortlist terechtkomen wel even in de ‘Standaard’- of ‘Film’-instelling te zetten als je ze bekijkt.

,

5. Zijn er voldoende aansluitingen?
Naast een kabel voor het tv-signaal, sluit je vermoedelijk ook een settopbox aan voor digitale televisie, een Blu-ray-speler en misschien ook nog een gameconsole.

Drie HDMI-ingangen zijn dan ook een absoluut minimum, maar vier ingangen zijn een veiligere keuze met het oog op de toekomst. Component video is handig als je een Nintendo Wii, een oudere Xbox360 of dito dvd-speler wil aansluiten.

Wil je jouw nieuwe flatscreen-tv aansluiten op een erg recente homecinemaset of av-receiver, kies dan voor een model dat op één HDMI-ingang ook ARC (Audio Return Channel) ondersteunt. Dat spaart alweer een kabel uit.

Heb je al een geluidsset, ga dan na of je toekomstige televisie beschikt over een audio-uitgang die je kan gebruiken. Ideaal is HDMI met ARC, al kan je ook gewoon een digitale (optische of coaxiale) aansluiting gebruiken. Een stereo cinch-aansluiting kan ook, maar die is minder ideaal.
 


6. Ga ik al voor 3D?

Neem gerust van ons aan dat elke 3D-tv ook een goed 2D-toestel is. Enkel de beste toestellen beschikken immers over de specificaties die nodig zijn voor 3D-weergave.

Op zich is dat goed nieuws, want ook op een 3D-televisie zal je voornamelijk naar 2D-beelden kijken. Je gaat de 3D-ervaring al snel beschouwen als een leuk extraatje, dat je reserveert voor een speciale film, een liveconcert of een sportevenement.

Sommige toestellen beschikken wel over de mogelijkheid om 2D-beelden om te zetten naar 3D, maar een aangename kijkervaring levert dat niet altijd op. Het resultaat is sterk afhankelijk van het soort beelden.

Ben je wel gewonnen voor het 3D-verhaal en heb je een iets ruimer budget, ga dan voor een maatje meer. Voor de beste 3D-ervaring ga je namelijk iets dichter bij het toestel zitten, ongeveer tweemaal de diagonaal.

Onthoud ook dat 3D-technologie nog in zijn kinderschoenen staat. Lees: foutloos zijn de toestellen niet. Zo hebben vooral LED-tv’s nog vrij veel last van crosstalk (dubbele randen), al varieert dat van merk tot merk en van scène tot scène. Plasmatoestellen zijn meestal vrij van dat gebrek.

Tot slot geven we nog mee dat sommige toestellen worden verkocht als ‘klaar voor 3D’ of ‘3D Ready’. Dat wil zeggen dat je later een optionele kit met brillen en een IR-transmitter kan aanschaffen waarmee je de televisie omvormt tot een volwaardige 3D-set.

,

7. Hoe belangrijk is de geluidskwaliteit?
We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: wie een indrukwekkend geluid wil horen van z’n flatscreen-tv, doet er goed aan om uit te kijken naar een geluidsoplossing op maat. De nieuwste generatie LED-tv’s is simpelweg te dun om er degelijke luidsprekers in onder te brengen.

Om even naar het nieuws, een talkshow of een documentaire te kijken volstaat het geluid dat uit de ingebouwde luidsprekers van de tv komt. Maar als je wil genieten van een overtuigende filmervaring, dan haal je er maar beter een aparte luidsprekerset bij.

in FWD Magazine 33 (nu in de kiosk) testten we een hele reeks soundbars die daar perfect voor in aanmerking komen. In deze test geven we kort aan in welke mate de klank voldoet voor film en muziek, maar hou bovenstaande opmerking daarbij steeds in het achterhoofd.
 


8. Wat kan ik met een ingebouwde mediaspeler doen?

Bijna elke televisie is voorzien van een usb-aansluiting waarin je een usb-stick kan pluggen om jpeg-foto’s en mp3-muziekbestanden weer te geven. Handig als vrienden langskomen en ze vakantiefoto’s willen tonen.

Sommige toestellen kunnen ook zelfgemaakte of gedownloade videobeelden weergeven. Welke formaten ondersteund worden en welke ondertitels correct worden weergegeven varieert van toestel tot toestel – je leest er meer over in onze tests.

Heb je ook videobestanden in high definition op je computer staan, dan zal je al gemerkt hebben dat een typische usb-stick die niet kan opslaan als ze groter zijn dan vier gigabyte. Niet omdat er onvoldoende ruimte is op de usb-stick, maar simpelweg omdat de gebruikte bestandsindeling (FAT32) niet geschikt is voor zulke grote bestanden.

Om dat op te lossen kan je de stick formatteren in de nieuwere NTFS-bestandsindeling die wel grote bestanden aan kan. Kijk wel na of je televisie schijven met deze indeling kan lezen, want dat is niet altijd het geval.

Televisies met een (al dan niet draadloze) netwerkaansluiting en een DLNA-logo hebben vaak ook een ingebouwde netwerkmediaspeler aan boord. Daarmee kan je muziek, foto’s en video’s afspelen van een computer of harde schijf die is aangesloten op het thuisnetwerk.

Jammer genoeg zijn de gebruiksmogelijkheden van die spelers meestal een stuk beperkter dan bij de usb-spelers. Ook daarover proberen we in onze testverslagen duidelijkheid te scheppen.

,

9. Wat heb ik aan internetfuncties?
Ben je een grote fan van teletekst, maar vind je dat het weleens tijd wordt om er een moderne draai aan te geven? Of ben je hopeloos verslaafd aan YouTube? Ga dan voor een toestel met internetfuncties.

Maar let op, niet alle versies zijn gelijk geschapen. Sommige bieden niet meer dan een YouTube- en een Picasa-client (een online fotodienst), terwijl andere het hele internet aan je voeten leggen.

Je mag deze functies niet zien als een volwaardig alternatief voor surfen op je pc, wel als een nieuwe manier om informatie te raadplegen of een spelletje te spelen
 

10. Hoe is het gesteld met het gebruiksgemak?
Tot slot zijn er nog een aantal eigenschappen die het gebruiksgemak kunnen verbeteren.

Een draaivoet is bijvoorbeeld handig als je een tv wil kunnen zien vanuit verschillende hoeken. Een ingebouwde lichtsensor kan het verbruik verlagen omdat die de lichtintensiteit van de tv aanpast aan de lichtomstandigheden in de kijkruimte. Een echte ‘power off’-schakelaar vermijdt sluipverbruik, al is het ‘stand-by’-verbruik van de nieuwste toestellen haast verwaarloosbaar.

Digitale tuners (voor de ontvangst van digitale televisie via de kabel (DVB-C), satelliet (DVB-S) en ether (DVB-T)) maken een aparte settopbox overbodig, althans in Nederland. In België zijn de tuners voorlopig minder belangrijk, tenzij voor je voor satelliet-tv kiest. In dat geval kan je de ingebouwde DVB-S-ontvanger wel gebruiken.

Wie voorbereid wil zijn op de toekomst, doet er echter goed aan om een tv-toestel te kiezen dat van alle tuners is voorzien.Omdat een smartcard noodzakelijk zal zijn voor je abonnementsgegevens, is een CI+-slot te verkiezen boven het minder ondersteunde CI.

Vind je het ook leuk om je favoriete reeksen op te nemen en later te bekijken zodat je de reclame kan overslaan? Dan is een ingebouwde PVR (Personal Video Recorder) ideaal. Bij sommige toestellen zit de harde schijf niet ingebouwd, maar sluit je die aan via een usb-poort. Bovendien kan je dan ook timeshiften (de tv-uitzending even pauzeren, bijvoorbeeld als de telefoon gaat, om nadien weer verder te kijken).

Ook de bediening is uiteraard belangrijk: we verkiezen duidelijke tiptoetsen op de voorkant van een tv boven verdekt opgestelde toetsten aan de zijkant.

Werp ook even een blik op de afstandsbediening: het is de sleutel tot je nieuwe televisie. Alles went, zelfs de meest onhandige remote, maar om al die functies van je nieuwe televisie te bedienen is een doordacht ontworpen exemplaar echt wel aangewezen.
 

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.