Een on-ear hoofdtelefoon is een slim alternatief voor de kleine in-ear hoofdtelefoon die je in de verpakking van je mp3-speler vindt. Maar welke past bij jouw muziekspeler en luistervoorkeur?
1. Smaken en kleuren
Net als bij een hoofdtelefoon voor thuisgebruik, verwacht je ook van een compacte set voor onderweg een zo goed mogelijk geluid voor je geld. Wat je daar precies onder verstaat is deels een kwestie van persoonlijke voorkeur: waar jij misschien de voorkeur geeft aan een ontspannen geluid, zal een ander pompende bassen op z’n verlanglijstje hebben staan.
En daar stelt zich meteen het eerste probleem: de meeste betaalbare on-ear sets kan je niet beluisteren voor je ze aanschaft. Reviews in gespecialiseerde bladen zetten je op de goede weg, en ook de ervaringen van andere gebruikers die op forums terugvindt kunnen een leidraad zijn.
Heeft je speler een aantal klankmatige eigenschappen die je wil afzwakken of versterken, dan kan je jouw nieuwe hoofdtelefoon eventueel als corrigerende factor bekijken – bijvoorbeeld om een mindere basweergave op te krikken. Maar bij een hoofdtelefoon voor mobiel gebruik komen ook een aantal specifieke praktische aspecten kijken.
2. Opgeruimd staat netjes
Bij thuisgebruik maakt het niet uit hoe groot een hoofdtelefoon is, maar onderweg ligt dat anders: de hoofdtelefoon verdwijnt vaak in een kleine rugzak of aktetas als hij niet in gebruik is. Een compacte vormgeving, liefst in combinatie met draaibare behuizingen of een opvouwbaar design, komen dan handig van pas.
Onderweg krijgt een hoofdtelefoon het vaak ook hard te verduren. Een verstevigde constructie, draagtasjes, kabelhouders en tussenstukjes die de kabel(s) beschermen kunnen de levensduur van je hoofdtelefoon aanzienlijk verlengen.
,
3. De ideale kabel?
Van kabels gesproken: ook hier zien we opvallende verschillen bij on-ear hoofdtelefoons, met name bij de kabellengte en -dikte. Een lange kabel lijkt op het eerste gezicht de veiligste keuze, maar kabeloverschotjes kunnen voor problemen zorgen. Ze gaan in de weg zitten en zijn vatbaar voor knopen, zeker als het om een dunne kabel gaat. Met een kabelhoudertje (los verkrijgbaar in de handel) pas je daar een mouw aan. Dikkere kabels zijn wat moeilijker in de omgang: ze laten zich niet zomaar rond zo’n houdertje oprollen.
Toch is een te lange kabel beter dan een te korte. Wanneer er weerstand op de kabel zit, kan een plotse ruk aan de kabel niet alleen de hoofdtelefoon beschadigen (met name de kabel zelf en de aanhechtingen aan de drivers in de behuizingen) maar ook de hoofdtelefoonaansluiting van je speler. Meet dus even na hoe lang een kabel voor jou moet zijn om op een comfortabele manier tot bij je muziekspeler of telefoon te komen.
De kabellengte is trouwens geen vast gegeven bij hoofdtelefoons voor onderweg. Heel wat fabrikanten voorzien hun on-ear hoofdtelefoons van wat korter aangehecht kabeltje dat verlengd kan worden met een kleine verlengkabel – soms vind je er een in de verpakking van de hoofdtelefoon.
Soms wordt de kabel aan één zijde met de hoofdtelefoon verbonden en via de hoofdband naar de andere oorschelp geleid. De kabel zal dan niet snel in de weg zitten. Bij opplooibare modellen en hoofdtelefoons met dunne hoofdbanden is zo’n aanpak vaak onmogelijk door de specifieke constructie van de hoofdtelefoon. In dat geval worden beide oorschelpen individueel van een kabeltje voorzien.
Heb je echt een hekel aan kabels, dan is een Bluetooth-hoofdtelefoon een alternatief. Die maakt een draadloze overdracht van het muzieksignaal mogelijk. Heeft je speler Bluetooth aan boord en ondersteunt ‘ie het A2DP-profiel, dan kan je de hoofdtelefoon meteen pairen met het toestel. Is dat niet het geval, dan heb je nog een los Bluetooth-zendertje nodig voor je speler.
Toch zitten er ook nadelen vast aan deze draadloze sets: ze maken gebruik van een batterij en de meerprijs kan aardig oplopen. Daarnaast heeft draadloze technologie vaak een minder positieve uitwerking op de geluidskwaliteit. Bij duurdere draadloze hoofdtelefoons zorgen Apt-X- en KLEER-technologie voor een betere geluidskwaliteit, maar daar betaal je duidelijk voor bij.
,
4. Handige extra’s
Eveneens ‘kabelgebonden’ zijn een aantal extra’s die we bij sommige modellen zien. Denk bijvoorbeeld aan een volumeregelaar in de kabel of een microfoontje dat de hoofdtelefoon ook geschikt maakt als headset voor een mobiele telefoon. Ook extra adapters (bijvoorbeeld voor de hifiketen thuis of on-board entertainment in het vliegtuig) zien we weleens opduiken, met name bij de iets duurdere sets.
Bedenk van tevoren welke extra’s voor jou een echte meerwaarde betekenen. Bijbetalen voor hebbedingetjes die je toch nooit gebruikt is geen goed idee.
5. Geluidsisolatie
Een on-ear hoofdtelefoon zal omgevingsgeluid nooit even efficiënt isoleren dan sommige in-ear modellen of full-size hoofdtelefoons doen. De specifieke draagwijze – de hoofdtelefoon leunt op de oorschelpen – is daar debet aan.
Dat wil niet zeggen dat alle on-ear hoofdtelefoons gelijkaardig omgaan met geluid van buitenaf; sommige modellen scoren duidelijk beter dan andere. Een gesloten hoofdtelefoon zal op dit vlak altijd beter scoren dan een model met een open constructie.
Wanneer je jouw directe omgeving niet wil storen met jouw muziek, let je best ook op de mate waarin er geluid lekt van de hoofdtelefoon naar de buitenwereld. Op de trein, tram of bus is dit een aandachtspunt, net als in een drukke kantooromgeving.
Daarnaast zijn er ook hoofdtelefoons die van actieve noise-cancelling gebruikmaken, waarbij elektronica geluiden van buitenaf probeert uit te vlakken met een invers signaal. Daarvoor is er natuurlijk wel een batterij vereist.
Geeft die er de brui aan, dan is het echter niet noodzakelijk gedaan met luisteren – sommige modellen kan je gewoon zonder batterij verder gebruiken, waarbij je het alleen even zonder actieve noise-cancelling moet doen.
,
6. Comfort
Een van de klassieke aandachtspunten bij om het even welke hoofdtelefoon is het draagcomfort. Een hoofdtelefoon mag nog zo goed klinken, als hij niet lekker zit zal je er niet veel plezier aan beleven.
Drie aandachtspunten komen telkens weer naar voor wanneer we het comfort van hoofdtelefoons beoordelen: blijft de hoofdband comfortabel na een tijdje luisteren, warmen de oorpads de oren niet te sterk op en – last but not least – drukken de oorpads niet te hard op de oorschelpen?
Vooral dat laatste punt is belangrijk bij on-ears. Een te strak zittende set zal al snel voor pijnlijke oren zorgen; een al te losse pasvorm maakt het moeilijk om de hoofdtelefoon op je hoofd te houden en heeft een negatieve invloed op de basweergave. Ook het materiaal en de vorm van de oorpads zijn een bepalende factor voor het algemene comfort.