Geluid

Achtergrond: Nieuwe surroundformaten

De HD-geluidsformaten Dolby True HD en DTS-HD hebben nog niet eens zo lang gelden voet aan wal gezet, en toch zijn er alweer nieuwe surroundformaten: Dolby Pro Logic IIz en Audyssey DSX.

Om een levensechte virtuele realiteit te creëren met geluid, zijn de twee kanalen die we kennen van stereogeluid niet voldoende. Zelfs toen de stereostandaard werd ontwikkeld in de jaren ’30 van de vorige eeuw, waren de technici het er al over eens dat twee kanalen eigenlijk niet voldoende zijn voor een realistische geluidsweergave.

Technische beperkingen maakten het destijds onmogelijk om met meer dan twee kanalen te werken, en dus werd het noodgedwongen stereo. Het verhaal van de ‘levensechte virtuele realiteit’ gaat zowel trouwens niet alleen op voor filmsoundtracks, maar ook voor muziekweergave – al lopen de meningen op dat laatste vlak uiteen.

Zo zou je met een goed surround-systeem bijna echt gaan geloven dat het zes juni 1944 is, en dat je op Omaha Beach in Frankrijk staat terwijl de kogels je om de oren fluiten, de granaten rondom je inslaan, achter je de branding van de zee hoorbaar is en je het wanhopige geschreeuw van je makkers ergens voor je hoort. Iedereen is het er over eens dat surround-geluid in zeer sterke mate bijdraagt tot het realiteitsgehalte van film.
 

,

MEERKANAALS MUZIEK
Bij muziek ligt het wat moeilijker. Daar zijn verschillende redenen voor. Sommige daarvan zijn terecht, andere zijn voor discussie vatbaar. Tegenstanders van surround-muziekweergave hebben een punt als ze stellen dat het softwareaanbod met surroundmuziektitels zeer beperkt is. En zoals dat bij de overgang van mono naar stereo destijds ook het geval was, zijn technici vaak (nog) niet in staat om een goed uitgebalanceerde, prettig klinkende surround-mix te maken.

Veelal is het ofwel teveel van het goede, met allerlei wilde effecten die je afleiden van de muziek, en anders merk je amper het verschil tussen de stereo- en de surround-versie, wat ook weer niet de bedoeling is. Maar als de productie goed zit, kan muziek in surround echt beter klinken dan in stereo, als alle andere factoren (versterking, speakers, akoestiek, …) van een gelijk niveau zijn.

Is het niet om bepaalde geluiden achteraan te situeren, dan wel om op een zeer realistische wijze de akoestische werking van de ruimte waarin de opnames gemaakt zijn weer te geven. Een opname van een orgelconcert in een grote kathedraal, kan in surround bijvoorbeeld oneindig veel levensechter klinken dan met stereo mogelijk is.

Meerkanaals muziekoplossingen zijn echter weinig succesvol gebleken in het verleden. In de jaren zeventig kwamen een aantal quadrofonische systemen (met vier luidsprekers) en -dragers op de markt, maar die overleefden niet lang. Wellicht door het gebrek aan standaardisering.

Minder lang geleden werden sacd en dvd-audio gelanceerd. Hoewel ze beide een hoogwaardige meerkanaalsweergave bieden, kenden die formaten weinig succes. Tot op de dag van vandaag is er dus jammer genoeg geen wijd verspreide norm voor surround-muziek. Mogelijk is die rol op korte termijn weggelegd voor Blu-ray.
 

,

VIJF, ZES, ZEVEN
De filmindustrie heeft steeds een voortrekkersrol vervuld als het om het inzetten van meerdere geluidskanalen gaat. In de (thuis)bioscoop hebben we dan ook al een resem verschillende surround-formaten de revue zien passeren – voornamelijk ontwikkeld door Dolby en DTS – waarbij de geluidskwaliteit en/of het aantal kanalen telkens toenam.

Tegenwoordig is vooral het van dvd bekende Dolby Digital 5.1 de norm bij uitstek, op de voet gevolgd door DTS 5.1. Met vijf geluidskanalen en een extra laagkanaal is het mogelijk om een veel betere virtuele geluidsbubbel te scheppen.

Maar het kan altijd beter, dus experimenteerden Dolby en DTS met een extra back surround-geluidskanaal, respectievelijk onder de benamingen Dolby Digital EX en DTS-ES. Na een tijdje werd dat extra kanaal door fabrikanten van av-receivers en -processors in tweeën gesplitst, zodat we van 5.1 over 6.1 bij 7.1 eindigden. Deze 6.1- en 7.1-varianten waren nooit erg succesvol, en verloren na de komst van Blu-ray met zijn nieuwe, zogenaamde high definition surround-codecs veel van hun pluimen.


BLU-RAY

Omdat een Blu-ray-schijfje veel meer data kan bevatten dan een dvd, werd het mogelijk om meerkanaalssoundtracks verliesvrij – lossless in vakterminologie – op te slaan. En om dezelfde reden kan Blu-ray ook meer geluidskanalen herbergen.

In de praktijk maken producenten ook gebruik van die nieuwe mogelijkheden om de geluidskwaliteit op te krikken. In theorie kan die oplopen tot 192 kHz/24-bit, maar in de praktijk gaat het meestal om 48 kHz/24-bit-geluid. Dat garandeert een duidelijk superieure geluidskwaliteit in vergelijking met de Dolby Digital- en DTS-soundtracks van vroeger.

Met het aantal kanalen liep het niet zo’n vaart. Dolby True HD bijvoorbeeld, kan in theorie tot veertien geluidskanalen aan, maar in de praktijk hebben we nog geen schijfje gezien dat daarmee uitpakt. Maar goed ook, want de huidige lichting av-receivers zou zich geen raad weten met al die extra geluidskanalen.
 

,

DOLBY TRUE HD & DTS-HD
Om van soundtracks in Dolby True HD- en DTS-HD Master Audio-formaat te genieten, heb je om te beginnen een Bluray-speler nodig. Alle moderne spelers kunnen de nieuwe surround-codecs uitlezen – zelfs de goedkoopste modellen – maar spelers van de eerste generatie waren vaak nog niet compatibel met DTS-HD. Hou daar rekening mee als je overweegt om een tweedehandsspeler aan te schaffen.

Wat er daarna gebeurt, is afhankelijk van de (on)mogelijkheden van je av-receiver. Als je een modern toestel hebt dat uitgerust is met HDMI 1.3 (1.3, 1.3a, 1.3b of 1.3c) of HDMI 1.4 en dat Dolby True HD en DTS-HD kan decoderen, dan verbind je de speler met de av-receiver met een HDMI-kabel en laat je de decodering over aan de av-receiver.

Heb je een iets oudere av-receiver die enkel over HDMI 1.0, 1.1, 1.2 of 1.2a beschikt, dan moet je de Blu-ray-speler zo instellen dat die de Dolby True HD- en DTS-HD-signalen decodeert naar PCM. Dat PCM-signaal kan dan via een HDMI-kabel naar de av-receiver gestuurd worden, waar het uiteindelijk wordt omgezet in een analoog signaal dat aan de versterkermodules wordt doorgegeven.

De reden voor dit alles is dat de datastroom van de nieuwe surroundformaten zo groot is dat hij enkel langs een HDMI-verbinding getransporteerd kan worden. De coaxiale- en optisch digitale verbindingen van vroeger voldoen dus niet. Daarnaast ondersteunt de HDMI-norm pas vanaf versie 1.3 de overdracht van de nieuwe surround-codecs.
 

GEEN HDMI?
Als je av-receiver of -processor helemaal geen HDMI ondersteunt, ben je verplicht om de decodering over te laten aan de Blu-ray-speler. Die zal de gedecodeerde signalen eerst omzetten naar een analoog meerkanaalssignaal – 5.1 of 7.1 – dat naar de analoge meerkanaalsingang van de av-receiver geloodst kan worden. Hou er wel rekening mee dat niet alle Blu-ray-spelers over zo’n analoge meerkanaalsuitgang beschikken. Vooral de goedkopere modellen moeten het nogal eens zonder stellen.

Deze oplossing houdt ook nogal wat compromissen in. Het digitale signaal moet bijvoorbeeld eerst worden omgezet naar analoog, waarna het allicht in de AVR opnieuw wordt gedigitaliseerd om uiteindelijk nogmaals naar analoog geconverteerd te worden. Al die omzettingen brengen potentieel kwaliteitsverlies met zich mee.

Av-receivers die een inkomend analoog meerkanaalssignaal niet digitaliseren bestaan ook, maar die gaan dikwijls geplaagd onder een gebrekkig bass managment, de onmogelijkheid om de Room EQ-functies te gebruiken, enzovoort.

En dan zijn er natuurlijk ook nog av-receivers die het zowel zonder HDMI-mogelijkheden als analoge meerkanaalsingangen moeten stellen. In zo’n geval kan je maar beter op zoek gaan naar een modern toestel, wil je van de nieuwe codecs op Blu-ray genieten. Je kijkt dan misschien best meteen uit naar een exemplaar dat ook de nagelnieuwe Dolby ProLogic IIz- en Audyssey DSX-formaten ondersteunt.
 

,

DOLBY PRO LOGIC IIZ
Dolby True HD en DTS-HD zijn nog maar net aan hun carrière begonnen, en er worden alweer een paar nieuwe surround-formaten op de thuisbioscoop losgelaten. Het eerste formaat dat we van nabij bekijken is Pro Logic IIz van Dolby. Dolby Pro Logic IIz (DPLIIz) bouwt verder op Dolby Pro Logic II, wat op zijn beurt dan weer een evolutie is van het originele Dolby Pro Logic.

En dan zijn we er nog niet helemaal, want Dolby Pro Logic is dan weer een aangepaste versie van Dolby Surround, dat eigenlijk gebaseerd was op Dolby Stereo…

In dezelfde periode dat Dolby Digital en DTS de surroundmarkt veroverden, kwam Dolby met Pro Logic II (DPLII) op de proppen. DPL II kan beschikken over vijf volwaardige full-range geluidskanalen, en is dus strikt genomen een 5.0-systeem.

DPLII kan nog steeds oude Dolby Stereo-soundtracks netjes decoderen, maar wordt voornamelijk gebruikt om stereo-opnames om te zetten naar surround. Het effect daarvan is natuurlijk lang niet hetzelfde als wanneer je start met een echte surround-geluidsbron waarbij alle kanalen apart zijn opgenomen. Maar om saaie stereo-opnames op te leuken, is het een heel aardige tool.
 

VAN STEREO NAAR SURROUND
Stereomuziek zomaar omzetten naar surround wordt door puristen als een halsmisdaad beschouwd, maar daar hoef je niet van wakker te liggen. Als je bepaalde muziekopnames prettiger vindt klinken in DPLII – of één van zijn opvolgers – moet je het vooral niet laten.

Dolby Pro Logic IIx (DPLIIx) kan je beschouwen als een extended versie van DPLII, waarbij stereo-opnames niet alleen naar 5.1 maar ook naar 6.1 of 7.1 kunnen worden omgezet. Die evolutie werd gevoed door het alsmaar grotere aantal zes- en zevenkanaals av-receivers die hun intrede maakten.

En dan belanden we eindelijk bij Dolby Pro Logic IIz (DPLIIz). Eenvoudig gezegd komt het er op neer dat DPLIIz hetzelfde is als DPLIIx, maar dan met twee extra front height-geluidskanalen erbij. Deze kunnen gebruikt worden als uitbreiding op een 5.1-systeem – zodat het eigenlijk een 7.1-systeem wordt – of als toevoeging op een bestaand 7.1-systeem, waardoor je de stap zet naar 9.1-surround.

Er zijn bij Dolby nog geen 100 procent vaste opstelschema’s beschikbaar, zodat de precieze locatie voor de plaatsing van deze hoogteluidsprekers nog wat vaag blijft. Zoals het er nu naar uitziet, kunnen ze best ongeveer een metertje boven de bestaande linkse en rechtse frontluidspreker gepositioneerd worden. Ophangen aan de wand dus, of extra hoge statieven gebruiken.
 

,

Vooral atmosferische geluiden, zoals wind en regen of passerende vliegtuigen en helikopters, zouden baat hebben bij deze extra geluidskanalen. Dolby claimt echter dat alle soundtracks opknappen door een PLIIz-behandeling en dat in geen geval de samenhang van de bestaande geluidskanalen aan de voorzijde onder druk komt te staan.

Er bestaan geen speciale DPLIIz-soundtracks, en die staan er ook niet aan te komen. DPLIIz moet je dan ook zien als een extra processing tool dat wordt gebruikt bovenop een Dolby True HD- of een DTS-HD Master Audio-soundtrack.

Intussen zijn er al heel wat av-receivers met Dolby Pro-Logic IIz-processing op de markt, bijvoorbeeld bij Denon en Onkyo. Hou er wel rekening mee dat niet al deze apparaten 9.1-surround aankunnen. In het geval van een 7.1-toestel, moet je de afweging maken of je gaat voor de gebruikelijke back surround-speakers of liever de hoogtekanalen voor DPLIIz in gebruik neemt.
 

AUDYSSEY DSX
Audyssey is een merknaam die de laatste jaren steeds meer in het rijtje logo’s op av-receivers opduikt. Het bedrijf verwierf tot nu toe vooral bekendheid met hun room equalising-systemen – MultEQ XT is de meest uitgebreide versie daarvan. Nu komt Audyssey ook met een surround-formaat op de proppen, Audyssey DSX (Dynamic Surround eXpansion).

De technici bij Audyssey – één daarvan is Tomlinson Holman, de man aan wie het THX-systeem zijn naam dankt – zijn van mening dat je beter vooraan luidsprekers toevoegt aan een klassiek 5.1-surround-systeem dan achteraan. Onze oren zijn immers beter in staat om geluiden die van vooraan komen precies te lokaliseren dan geluiden die ons langs achter bereiken. Niet verwonderlijk, als je de vorm van onze oorschelpen bekijkt.

Eigenlijk had men destijds – toen Dolby Digital EX en DTS-ES op de markt kwamen – dus niet meteen extra geluidskanalen moeten voorzien in de achterste hemisfeer van een surroundopstelling, maar had men zich beter op de voorste hemisfeer gericht. En dat is precies wat DSX doet.

DSX is een schaalbaar surround-formaat dat drie mogelijkheden biedt. Of je breidt een bestaand 5.1- of 7.1-systeem uit met twee front height-kanalen – in dat opzicht is DSX dus gelijkaardig aan DPLIIz – of je breidt het systeem uit met twee zogenaamde wide-kanalen, of je gaat voor de full-option DSX-oplossing waarin je én twee front height-kanalen opneemt én twee wide-kanalen. Je kan dus een DSX-systeem opbouwen met een 7.1-opstelling, maar ook met een 9.1- of zelfs een 11.1-systeem.
 

,

HOE PLAATSEN?
Overigens voorziet Audyssey wel in concrete plaatsingsvoorschriften voor zijn DSX-systeem. De wide-speakers moeten in een hoek van 60 graden ten opzichte van de luisteras worden geplaatst. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat de gebruikelijke front-speakers links en rechts vooraan – die normaal op ongeveer 30 graden horen te staan – een veel breder geluidsfront kunnen produceren als ze een stuk verder uit elkaar worden gezet.

Maar dat kan je niet ongestraft doen, want dan vertoont het stereobeeld een gat in het midden en is ook de imaging naar de haaien. Door een extra paar luidsprekers toe te voegen – de wides – wordt dit probleem handig omzeild. Daarnaast speelt ook het eerste reflectiepunt op de zijmuren een belangrijke rol in de geluidservaring.

De belangrijkste richting waar dat gereflecteerde geluid vandaan komt, blijkt ook op diezelfde 60 graden van de luisteras te liggen. Audyssey geeft trouwens duidelijk aan dat hun wide-kanalen de belangrijkste zijn voor het waargenomen effect. Die zouden ook een veel grotere invloed hebben op de totaalervaring dan de back surround-kanalen.

Eigenlijk geeft Audyssey hier dus aan dat we onze twee back surround-speakers moeten herpositioneren op de wide-posities. En een nieuwe av-receiver of -processor kopen die DSX-compatibel is, natuurlijk.

De twee andere kanalen zijn de hoogtekanalen. Die zouden in een hoek van 45 graden ten opzichte van de luisteras moeten geplaatst worden – dus op het horizontale vlak – en eveneens in en hoek van 45 graden op het verticale vlak.

Dat laatste zal in de praktijk gewoonlijk met zich meebrengen dat de speakers helemaal bovenaan tegen de muur worden gemonteerd, tegen het plafond aan. Maar bij die vier kanalen houdt het processingverhaal van DSX niet op. Ook de surround- en eventuele back surround-kanalen kunnen een DSX-behandeling krijgen.
 

,

WAT HEB JE NODIG?
Net als DPLIIz doet DSX zijn ding op basis van een bestaande soundtrack, zoals Dolby True HD of DTS-HD. Je hoeft dus niet op zoek te gaan naar Blu-ray’s of andere dragers met een DSX-surround-track erop, want die komen er niet, en je hebt ook geen speciale Blu-ray-speler nodig.

Wat je wel nodig hebt, is een nieuwe av-receiver of -processor ide het formaat ondersteunt. Tot slot heb je natuurlijk ook extra luidsprekers nodig. Audyssey stelt voor om gewone directstralers te gebruiken, en dus zeker geen dipolen of iets dergelijks. Bij voorkeur zijn de directstralers kleinere afgeleiden van de front- en centerluidsprekers zodat het timbre mooi gelijk blijft.
 

CONCLUSIE
Voor fanatieke surroundliefhebbers klinkt het hoogst aantrekkelijk, zo’n 9.1- of 11.1-surroundsysteem. De vraag is alleen hoe je zo’n luidsprekerwinkel op een praktische manier in de huiskamer geïntegreerd krijgt, laat staan op een esthetisch aanvaardbare wijze.

Als je een aparte ruimte hebt voor je tuisbioscoop, is het allemaal wel haalbaar… als het budget mee wil. Maar in een doordeweekse huiskamer lijkt zo’n opstelling een quasi onmogelijke opgave. Hopelijk komen de fabrikanten ook voor dat probleem met creatieve oplossingen op de proppen…
 

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.