Redactie

De trends van CES, deel 2

Alle CES-persberichten zijn eindelijk gelezen, de jetlag van de reis naar Vegas is verteerd, en de gezonde sceptische houding tegenover gehypte lanceringen is terug… Tijd voor een gedegen kijk naar wat de echte CES-trends zijn. Deel 2. (Deel 1 vind je hier)

,

In het eerste deel merkten we al op dat CES zijn oorspronkelijk karakter van AV-beurs helemaal ontgroeid is. Er gaat over zoveel meer. Drones bijvoorbeeld, een van de meer zichtbare producten op de beursvloer in de Las Vegas Convention Center.

Dat heeft natuurlijk ook wel wat te maken met het aard van het beestje. Een demo van een drone is nog altijd boeiender dan die van een wasmachine. De meeste drone-fabrikanten zijn slim genoeg om de showfactor hoog te houden en drones allerlei kunstjes te laten uitvoeren.

Dat alle demo’s verplicht binnen kooien met netten moest gebeuren, kan de pret niet bederven. De CES-organisators waren dit jaar zeer beducht voor ongelukken op de vloer – verstaanbaar als je de billboards in Vegas ziet. Die manen je aan om bij een ongeval niet eerst een ambulance te bellen, maar wel een advocaat om restitutie te claimen. Je zou voor minder alle drones, steps, gemotoriseerde segways en andere rollend tuig van de beurs bannen. Maar goed: drones of UAV’s (Unmanned Aerial Vehicles), dus.

De aantrekkingskracht van drones is heel sterk. Misschien is dat wel omdat ze zowel leuk speelgoed voor volwassen mannen zijn als bijna onmisbaar gereedschap voor fotografen en filmmakers. Een van de grootste drone-stands was die van Parrot, een Franse firma die zichzelf helemaal heeft heruitgevonden als drone-expert. En met veel succes.

Op CES toonde Parrot de Disco, een vliegtuig-achtige drone met een topsnelheid van 50 km/u. Heel indrukwekkend is hoe je hem lanceert: gewoon de lucht in gooien als een papieren vliegtuig (ondanks de omvang weegt hij niet zoveel), waarna de ingebouwde computer de Disco meteen zal lanceren.

Neem een typische drone met vier rotors aan elke hoek, voeg er een cockpit aan toe en maak hem groot genoeg dat hij een persoon kan dragen. Dan heb je de Ehang 148, een UAV dat de U in de naam elimineert. Of Westerse wetgevers geneigd gaan zijn een apparaat als de Ehang 148 te zien als een drone en niet als een helikopter – met alle bijhorende verplichtingen – lijkt ons sterk.

,

In principe zijn we helemaal voor de nieuwe generatie surroundcodecs die hoogtekanalen toevoegen. Alleen moeten we wel realistisch zijn. Het aantal mensen dat al bereid was om een 5.1- of 7.1-surroundinstallatie te bouwen, was al beperkt, en daar nog luidsprekers in het plafond aan toevoegen… Tenzij je bezig bent met een nieuwbouw- of restoratieproject, is de kans dat je er voor gaat eerder klein.

Maar op CES zagen we een paar interessante alternatieven om toch Dolby Atmos in je huis te brengen zonder veel gedoe met kabels. Langs één kant heb je de optie soundbar met Dolby Atmos. Op IFA kregen we al een indrukwekkende demo van Yamaha van zijn toestel, daarbij geholpen door de projectietechnologie die het Japanse merk zo goed beheerst. In Vegas pakten Samsung en Philips ook uit met een Atmos-soundbar, elk op hun eigen manier geïnterpreteerd.

De 5.1.4 HW-K950 van Samsung bestaat uit een soundbar die geluid in vijf richtingen uitstuurt (links-center-rechts, en dan naar boven links en rechts vooraan), een subwoofer én twee draadloze rears die ook naar boven uitstralen. Vergeleken met de Yamaha- of Philips-oplossing is de Samsung-soundbar wel wat omvangrijker, maar wel volledig kabelloos. De Philips-soundbar met Dolby Atmos verschijnt onder het Fidelio-label en zal er pas rond juni zijn.

Wie van luidsprekerkabel af wil en toch een volwaardige surroundset wenst, klopt best bij Klipsch aan. Hun nieuwe Reference Premiere HD Wireless-familie biedt een luidsprekeroplossing met Dolby Atmos op niveau aan, met het gebruik van WiSA om het luidsprekersignaal lossless draadloos over te brengen.

,

Op dit moment is Netflix ongeveer de enige manier om 4K-video op je gloednieuwe UDH-televisie te bekijken. In sommige grote landen komt daar Amazon met een verrassend groot streaming filmaanbod bij. En op Youtube vind je hier en daar wat 4k-filmpjes. En dat is het zo.

Het was dus nog wachten op een fysiek medium voor 4K-films, maar die is er dus nu. Ultra HD Blu-rays verschijnen dit jaar, zo te zien massaal.

Zo zal 20th Century Fox al zijn nieuwe titels gelijktijdig op Ultra HD Blu-ray, gewone Blu-ray en dvd uitbrengen. Zoals verwacht zal ook de back catalogue waar mogelijk in deze hoge resolutie verschijnen. Gegeven dat films tegenwoordig meestal op 4K gefilmd worden is die stap minder groot dan je zou denken.

Het was vooral wachten op die nieuwe UHD Blu-ray-standaard. Die is nu officieel klaar en lijkt zeer toekomstgericht, onder meer met ondersteuning voor HDR en een breed 10-bit kleurenpalet. Ook soundtracks in Dolby Atmos en DTS:X zijn mogelijk.

En waar ga je die nieuwe schijfjes mee afspelen? Geen probleem, Panasonic (DMP-UB900), Philips en Samsung hebben al Ultra Blu-ray-spelers voorgesteld.

Hoeveel de toestellen gaan kosten is nog onbekend, maar het lijkt er wel op dat de eerst voorgestelde astronomische sommen van duizend euro en meer van tafel zijn geveegd. Een Ultra HD Blu-ray-speler zal meer kosten dan een gewone Blu-ray-speler, maar zal toch eerder rond 500 euro zweven dan rond duizend euro.

,

Het echte hifi-geweld wordt meestal opgespaard voor High End München in mei, al liep onder meer Monitor Audio met zijn Platinum II-speakerreeks toch wel in de kijker, net zoals Naim met de kleinere Mu-so Qb.

Maar op CES ging toch wel meer om personal audio: hoofdtelefoons en steeds meer digitale muziekspelers. Die laatste zijn het domein van een lichting merken die bijna altijd hun thuisbasis in China of Korea hebben. Om maar enkelen te noemen: Astell & Kern, Fiio en Hifiman.

Vergis je niet, hun producten zijn high-end, soms zelfs zeer premium. Een muziekspeler die 2.000 euro kost is echt niet ondenkbaar, al zijn er ook heel mooie toestellen met veel democratische prijspunten. Hifiman toonde ons zo een knappe speler die binnenkort voor enkele honderden euro's op de markt komt en probleemloos hi-resaudio afspeelt.

Hoofdtelefoons blijven immens belangrijk voor de audiomarkt. CES is breed en dus is het aanbod qua nieuwe koptelefoons hier ook heel divers, van sport tot hifi, voor thuis en voor onderweg.

Alle nieuwigheden opnoemen is lastig. Wij verwachten veel van de Sennheiser HD 800S (al is die technisch niet anders dan de klassieke HD 800, wel klankmatig).

Ook intrigerend is de nieuwe hoofdtelefoonlijn die Onkyo uitbouwt, eigenlijk op basis van technologie van Philips (nu: Gibson Innovations). Later dit jaar volgen midrange-koptelefoons met een zeer aparte styling die ook wat retro oogt, nu werden we vooral geprikkeld door de W800BT. Dit is een Bluetooth in-ear die echt volledig kabelloos is, dus zonder kabel van één oor naar het andere, en die je oplaadt door ze terug in de doos te stoppen.

Nog bij Onkyo (maar eigenlijk is dat een ander bedrijf, de Onkyo die ook AV-receivers maakt) is er de Iron Maiden-hoofdtelefoon met aangepast tuning voor metalmuziek.

Bij Audio-Technica (nummer één in Japan) zagen we de mooie Art Monitor-reeks, die qua styling lijken op de bekende houten hoofdtelefoons van het merk maar nu zijn uitgevoerd met oorschelpen uit glazend metaal. De Art Monitor’s zijn handgebouwd en zouden mikken op een accurate weergave.

Veel aandacht ging er naar de Technics EAH-T700s, een premium hoofdtelefoon met een prijskaartje van circa 1.200 dollar en uitgerust met een 50 mm driver en 14 mm tweeter in elk oor. Bij Sony lag de nadruk sterk op de uitbreiding van de h.ear-hoofdtelefoonlijn met zowel een noise-cancelling supra-aurale hoofdtelefoon als een Bluetooth in-ears.

,

Op CES pakken LG, Samsung en Sony altijd groots uit met gigantische stands waar nieuwe televisies op het verhoog staan. Dit jaar was dat niet anders.

Maar twee dingen vielen ons wel op: bij Panasonic was de rol voor tv’s toch wat bescheidener dan normaal én een nieuwe lading Chinese merken durft steeds hoger te mikken in het tv-assortiment. Merken als Haier, Hisense en TCL staan nog niet hoog op het menu als het gaat om een betere televisie, maar van TCL vermoeden we dat daar op korte termijn verandering in komt.

Sommige van die merken voelen aan als Samsung anno het jaar 1999: een uitdager die marktaandeel wil veroveren, maar niet per se de beste wil zijn. Anno 2016 is Samsung de grootste en een merk waar je op kan rekenen voor de allerbeste beeldtechnologieën. Benieuwd of pakweg TCL diezelfde evolutie gaat doormaken…

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.