Van een crisis valt bij Apple maar weinig te merken. Het bedrijf blijft de ene recordverkoop na de andere neer te leggen, met dank aan de iPhone en iPad.
Apple maakte maandagavond zijn recentste financiële resultaten bekend voor het voorbije kwartaal (oktober-november-december). Een piekperiode is dat, omdat veel mensen smartphones en tablets kopen als kerstcadeau – al dan niet voor henzelf.
In die drie maanden zag Apple 51 miljoen iPhones en 26 miljoen iPads over de toog gaan. Dat is een flinke 51 procent meer dan de drie maanden daarvoor, maar dat mag niet verbazen. In de zomer waren veel consumenten aan het wachten op de introductie van nieuwe iPads en iPhones.
Maar ook op jaarbasis heeft Apple meer verkocht dan ooit, ongeveer zeven procent meer iPhones en veertien procent meer iPads. De lancering van de iPhone 5s/c, iPad Air en iPad mini in september en oktober zijn wellicht ook de grootste oorzak van de sterk gestegen verkoop.
De groei gaat wel ten koste van de iPod. Vergeleken met een jaar voorheen werden er de helf minder muziekspelers aan de man gebracht. iPods zijn met 6 miljoen verkochte stuks niet onbelangrijk, maar toch slechts een schaduw van wat het ooit was. Het is dan ook een interessante vraag wanneer Apple de stekker uit de iPod-productie zal trekken, gegeven dat de belangrijkste iPod – de Touch – weinig meer is dan een iPhone minus wat hardware.