Vooraleer we ons op de iPad Air storten, toch een belangrijke observatie. Voor het eerst heeft Apple dit jaar niet één, maar twee nieuwe iPads gepresenteerd. Naast de iPad Air, de opvolger van de ‘gewone’ iPad, is er ook een nieuwe iPad mini verschenen.
Er is best wat verbeterd aan de benjamin van de familie. Het meest in het oog springend is natuurlijk de stap naar een Retina-scherm, die dezelfde resolutie als de grote iPad krijgt maar op een 7,9-inch. Minder oppervlakte dus, wat betekent dat de iPad mini een scherper beeld toont dat de iPad Air. Maar aangezien die laatste als kleinere pixels heeft dan een mens kan waarnemen op een normale leesafstand, maakt dat eigenlijk niet echt iets uit. Ook qua processor en grafische mogelijkheden is de iPad mini nu heel volwassen.
,
Het is echter de iPad Air die we hier onder de loep nemen. Laat er geen verwarring ontstaan door de naamgeving, want de iPad Air is gewoon de rechtstreekse opvolger van de iPad (vierde generatie) die tot voor kort werd verkocht. En wellicht in de komende eindejaarsperiode nog via allerlei aanbiedingen gaat opduiken.
Op zich doet Apple heel logische en voorspelbare zaken met de nieuwste iPad. Het is sneller, lichter en dunner. Dat is op zich de korte samenvatting van de verbeteringen, en als je wilt kan je nu meteen doorstappen naar de conclusie.
,
Wie echter even voorbij gaat aan die eerste ‘Oh, was dat het maar?’-reactie, ontdekt dat de iPad niet een klein beetje verbeterd is, maar wel op heel significante wijze. Puur vanuit engineering-standpunt heeft Apple toch wel iets heel straf gedaan. En dat merk je pas goed als je de iPad Air naast de vorige iPad legt. Het verschil is immens. De iPad Air is bijvoorbeeld 21 mm minder breed, waardoor de oude iPad heel wat groter overkomt.
De nieuweling is bovendien maar 7,5 mm dik, en dat is toch wel heel dun. Leuk allemaal, maar in gebruik heeft het wellicht niet zo’n grote impact. Dat is wel het geval als het over gewicht gaat: de WiFi-versie van de Air weegt 469 gram, wat 193 gram of 29 procent minder is dan zijn voorganger. Dat gewichtsverlies is niet enkel relevant bij transport – in een rugzak maakt 193 meer of minder niet zoveel uit – maar vooral is je het ding vasthoudt.
Bij het lezen worden je polsen veel minder belast, en dat is fijn – al is een tablet zoals de iPad Air natuurlijk nog altijd veel zwaarder dan een echte e-bookreader zoals de Kindles of de Sony Reader PRS-T3 (200 gram). Over Sony gesproken, de iPad Air is nu (een klein beetje) lichter dan de Sony Xperia Tablet Z. Als ik de Air en de Z vastneem, ervaar ik evenwel geen wezenlijk qua het gewicht. Wel voelt de Sony door zijn 16:9-scherm groter aan.
Kortom, als je overstapt van een iPad 3 of 4 naar een iPad Air zal je de transformatie wellicht verbazend vinden. Het is wel wat uitkijken, want doorgaans is bij een mobiel toestel een belangrijk deel van het gewicht afkomstig van de batterij. Een batterij met een lagere capaciteit weegt minder, en vaak zit daar een spanningsveld tussen autonomie en gewicht. Maar als ik afga op mijn gebruikservaringen van een klein weekje testen houdt de iPad Air het even goed uit als de laatste iPad, en zeker beter dan de iPad 3 (het eerste model met een Retina-scherm).
,
Maar waarom is het batterijleven gelijk gebleven, ondanks een batterij die minder weegt en een lagere capaciteit heeft?
Het is aannemelijk dat dit mogelijk is omdat de iPad Air een nieuwe A7-processor met grafische mogelijkheden bevat die aan een lagere klokfrequentie draait maar door zijn architectuur toch sneller is. Er is bijvoorbeeld een nieuwe chip bijgekomen puur om de data vanuit de bewegingssensor te verwerken, wat met name een positief gevolg zou hebben in games waarbij je de iPad beweegt. Denk bijvoorbeeld aan racespelletjes waarbij je de tablet vasthoudt en gebruikt als een stuur.
Zoals altijd claimt Apple een forse snelheidswinst ten opzichte van de vorige generatie. In dit geval zou de nieuwe motor tot twee keer sneller zijn.
Maar waarom is het batterijleven gelijk gebleven, ondanks een batterij die minder weegt en wellicht – zeker weet je nooit met Apple – een lagere capaciteit heeft? Het is aannemelijk dat dit mogelijk is omdat de iPad Air een nieuwe A7-processor met grafische mogelijkheden bevat die aan een lagere klokfrequentie draait maar door zijn architectuur toch sneller is.
Er is bijvoorbeeld een nieuwe chip bijgekomen puur om de data vanuit de bewegingssensor te verwerken, wat met name een positief gevolg zou hebben in games waarbij je de iPad beweegt. Denk bijvoorbeeld aan racespelletjes waarbij je de tablet vasthoudt en gebruikt als een stuur.
Zoals altijd claimt Apple een forse snelheidswinst ten opzichte van de vorige generatie. In dit geval zou de nieuwe motor tot twee keer sneller zijn.
,
De iPad Air is beter dan zijn voorganger. Punt. Het is slanker en sneller, en blijft zeer kwalitatief gebouwd. De vraagprijs is niet overdreven, al blijf ik de stappen van honderd euro per 16 GB extra opslag veel te hoog vinden. Flashgeheugen kost gewoonweg niet zoveel meer. En wie een beetje apps installeert, moet toch minstens voor een 32 GB versie gaan. De iPad blijft dus een duur grapje, en dat maakt de tablet minder competitief.
Een interessante vraag is welke iPad te kopen. De iPad Air en in prijs verhoogde iPad mini zijn nu veel meer aan elkaar gewaagd, en dus komt de keuze neer om jouw voorkeur voor een groot of klein scherm. De iPad 2 is nog altijd te koop, maar is voor 379 euro helemaal te duur.