Na de zottigheden van de veel te lang in het zadel gebleven Roger Moore stonden de producers van de Bondreeks, en de nieuwe scenaristen die ze in dienst hadden genomen, voor een grote uitdaging: de Britse spion dichter bij de realiteit brengen. Het Afghaanse verzet tegen de Russische invasie in The Living Daylights (1987) was al een goed begin, en in deze opvolger, de tweede Bondprent met Timothy Dalton in de hoofdrol, werd de internationale drughandel op de korrel genomen.
En dus komt Bond deze keer eerder bij toeval terecht in de strijd tegen de Colombiaanse druggangster Sanchez (een duivelse Robert Davi). Die laatste wordt neergezet als een doorsnee actiefilmgangster (hij beloont zijn vrouw – een ravissante Talisa Soto – bijvoorbeeld letterlijk met het hart van haar minnaar), maar dat komt vooral omdat regisseur John Glen voor deze Bondfilm eerder naar de canon van de eind jaren '80 enorm populaire Amerikaanse action cinema had gekeken dan naar de Bondklassiekers.
Veel dingen die je voor lief nam in een Bondfilm zijn namelijk weg: Bond gaat voor het eerst op officieuze missie (zijn vergunning tot doden wordt zelfs ingetrokken), en grijpt minder naar gadgets.
En dat was misschien iets teveel van het goede, dachten de producers achteraf. De nieuwe, hard-boiled Bond werd niet meer zo gesmaakt, waardoor Dalton na twee films alweer mocht vertrekken. Pas zes jaar later kwam de Bondreeks weer terug, met Pierce Brosnan in het weer strikt canonieke GoldenEye.
Vrijdag 2 augustus op VIER om 20u30