Der Untergang zette bijna tien jaar geleden een waarachtige revival van de Duitse cinema in gang, die zelfs resulteerde in een aantal exportproducten: Untergang-regisseur Oliver Hirschbiegel blikte in Hollywood de (geflopte) Body Snatchers-remake The Invasion in en maakte voor BBC Films het IRA-drama Five Minutes of Heaven. En Florian Henckel von Donnersmarck mocht na Das Leben der Anderen al The Tourist maken, een prent met Johnny Depp en Angelina Jolie.
Hun memorabelste films blijven echter voorlopig degene die ze in hun thuishonk maakten. Met Das Leben der Anderen maakte von Donnersmarck een prachtfilm over hoe de eenvoudige kracht van de geest het altijd wint van de karakterdodende invloed van een repressief maatschappelijk systeem. De film draait rond een Stasi-agent (Ulrich Mühe) die in het Oost-Berlijn van 1984 door zijn oversten wordt verplicht om een toneelschrijver en diens acterende vrouw (Sebastian Koch en Martina Gedeck) te observeren.
En wat gebeurt er? De ijzige agent begint stilaan te smelten door de zielswarmte van de twee vrijdenkers die hij moet bespieden, en wordt stilaan, gans alleen in zijn eigen donkere hoekje, ook zelf een warmer mens.
Dat klinkt wel héél beknopt als plot voor een film, maar Von Donnersmarck neemt rustig zijn tijd om dat verhaal te vertellen (let bijvoorbeeld op de huiszoeking, of het moment waarop de agent uit pure nieuwsgierigheid een dichtbundel van Bertold Brecht steelt bij zijn subjecten), en voegt zoetjesaan wat kleur toe aan de raak gekozen oude DDR-decors die hij nog in Berlijn vond.
Zondag 7 juli op Canvas om 21u10