In het hightech toekomstbeeld dat Syndicate schetst, zijn naties ingeruild voor grote bedrijven. Die hebben al hun klanten voorzien van een ingebouwde chip. Die laat toe om naar informatie te surfen of van tv-zender te veranderen, gewoon door eraan te denken.
Voor een eliteagent van zo’n grote corporatie bieden die breinchips een paar extra voordelen die je niet in de handleiding terugvindt. Belast met industriële spionage, sabotage en het uitschakelen van sleutelfiguren van de concurrentie kan de speler met een creatieve hack van een onwetend slachtoffer menig vuurgevecht overbodig maken.
Menig, niet alle, want Syndicate blijft bovenal een shooter. Je kijkt de gelikte, ietwat steriele wereld dus in door de ogen van je spelpersonage en meestal over de loop van zijn wapen.
Online meerwaarde
De singleplayermodus stuurt je aan een strak tempo door een reeks missies waarin de actie en het streven naar upgrades van je eigen ingebouwde elektronica primeert.
Het verhaal waarin die vaak brutale excursies kaderen, is aardig, maar van een auteur als Richard K. Morgan hadden we toch meer verwacht.
Syndicate doet het dan ook veel beter in de coöperatieve modus voor vier spelers. Daar is nagenoeg elk plot- en rollenspelballast overboord gegooid ten voordele van langgerekte, objectiefgerichte missies.
De game slaagt erin om in geen tijd een ongedwongen teamspirit uit de deelnemende spelers te puren en vindt een aangenaam evenwicht tussen vuurgevechten en strategisch hackwerk.
Syndicate is een degelijke shooter voor wie alleen speelt, maar het wordt er wel beter op voor wie online wapenbroeders opzoekt.