Enkele jaren geleden startte JVC met de DLA-HD1 een lijn projectoren met een uitzonderlijk goede zwartwaarde. De D-ILA-technologie die daarbij geïntroduceerd werd is net zoals Sony’s SXRD-techniek gebaseerd op LCoS (Liquid Crystal on Silicon). Opvallend is dat JVC’s D-ILA-technologie het diepste zwart bereikt zonder een dynamische iris te gebruiken. Het gespecificeerde contrast is met andere woorden een statisch contrast, en kan binnen één beeld worden bereikt.
Helaas waren deze projectoren in het verleden ook steevast duurder dan de concurrentie. Deze DLA-X30BE komt echter met een prijskaartje dat perfect vergelijkbaar is met rivalen, al krijg je er voor die prijs geen 3D-brillen of emitter bij.
Wie de JVC in huis wil halen moet alvast nakijken of er voldoende ruimte is om de projector te plaatsen. De behuizing is immers erg groot, en vooral ook heel diep. De aansluitingen staan achteraan, net zoals het controle paneel. Een eerder ongewone keuze, dat laatste. Op een projector gebruik je weliswaar zelden de controles op het toestel, maar deze plaats vinden we toch erg lastig.
Voorzie ook een stevige mount, want met bijna 15 kilogram is dit het zwaarste toestel uit de test.
,
Dankzij de erg ruime zoomen lensshiftmogelijkheden is het niet moeilijk een werkbare opstelling te vinden voor de projector. En eens de projector staat (of hangt), is de verdere opstelling ook de eenvoud zelve.
Zoom, focus en zelfs de lensshift zijn allemaal gemotoriseerd. Vooral dat laatste is heel uitzonderlijk. Net zoals de Panasonic beschikt deze projector over een ‘lens memory’functie. Daarmee is het perfect mogelijk om 21:9-films of 16:9-films te projectoren zonder zwarte balken boven en onder, tenminste als je vertrekt van een 21:9-scherm. Daarmee is het een betaalbaar alternatief voor een dure anamorfe lens.
Met de lamp in de laagste stand is de projector nauwelijks hoorbaar maar levert hij wel ongeveer 35 procent van zijn lichtopbrengst in, wat behoorlijk veel is. In de
hoogste stand is er een licht geruis hoorbaar dat we nog perfect aanvaardbaar vinden.
De afstandsbediening is duidelijk verlicht, en geeft toegang tot alle beeldmodi en tot een aantal gevorderde instellingen. Ook de menu’s bieden ruime mogelijkheden om het beeld aan te passen. Met de ‘Pixel Shift’functie werk je zelfs een eventuele kleine fout in de alignering van de panelen weg. Je kan ook uitgebreid sleutelen aan de scherpte en ruisonderdrukking.
Wie het toestel wil laten kalibreren moet er wel aan denken dat de DLA-X30BE niet over een CMS (Color Managament System) beschikt om het kleurbereik aan te passen. De projector biedt drie opties voor kleurbereik, waarbij de ‘standaard’ keuze zou moeten overeenkomen met het HDTV-kleurpalet. Grijsschaal en gammacurves zijn wel perfect te tunen.
,
Laat het ons maar onmiddellijk zeggen: deze JVC biedt zonder enige twijfel de beste zwartwaardes van alle projectoren die we recent in FWD41 hebben getest. En dat zelfs met een behoorlijke voorsprong. Enkel de Epson EH-TW9000 kan in de buurt komen, maar dat de JVC zijn diepste zwart bereikt zonder een dynamische iris is toch wel indrukwekkend.
Bovendien levert hij ondanks zijn op papier eerder bescheiden lichtopbrengst een zeer helder beeld. In de ‘Cinema’-preset moet hij enkel een aantal DLP-projectoren laten voorgaan. Het resulteert dan ook in een beeld met enorm veel punch. Met de statische iris kan je bovendien de lichtopbrengst wat dichtknijpen voor een nog hoger contrast. Je beschikt dus over wat speelruimte: kies je voor meer licht, dan open je de iris en kies je voor meer contrast, dan sluit je ze.
En hoe zit het met de kleuren? Want in afwezigheid van een CMS moet je het stellen met de presets. Het ‘Standaard’-kleurbereik is degelijk. Het is nog steeds iets te ruim waardoor de kleuren een heel klein beetje te sterk zijn, maar dat zal niemand storen. Wil je voor kleuren met lef gaan, dan zijn er de ‘wide’-presets. De grijsschaal in de ‘Cinema’-instelling is iets te koel, maar ze is wel vrij van allerlei tinten.
Onze enige klacht is dat de algemene beeldhelderheid (gammacurve) iets te hoog ligt, zodat het beeld wat te veel zwartdetail toont. Met de uitgebreide menu-opties valt daar wel iets aan te doen, en de handleiding geeft voldoende uitleg om een geïnformeerde beslissing te maken. De beste resultaten krijgen we met de ‘Cinema’-instelling, gecombineerd met het ‘Standaard’-kleurbereik en een custom-gamma, waarbij we als curve 2,3 kiezen.
De beeldverwerking van de JVC is degelijk, en heeft eigenlijk maar één zwak punt: de frame-interpolatie (‘Clear Motion Drive’). De projector biedt daarvoor vier instellingen, maar mode 1 en 2 zorgen regelmatig voor een zwak flikkerend beeld. Mode 3 en 4 zijn duidelijk beter, maar leveren iets minder goede resultaten dan de Sony of Panasonic.
Soms is er toch nog veel judder (schokken tijdens panbeelden) zichtbaar, of duidelijk zichtbare artefacten, typisch op complexe achtergronden. Het beeld is wel erg scherp en detailrijk, ook als er behoorlijk wat beweging is.
Hoe doet de JVC het in 3D? Zeer goed, we zijn vooral aangenaam verrast door het toch wel heldere beeld dat de projector in 3D levert. Vergeleken bij de Epson die bijna dubbel zoveel lumens heeft op papier, hadden we een groter verschil verwacht. Maar de JVC weert zich uitstekend. Bovendien is de crosstalk ook goed onder controle zodat het een plezier is om 3D-content te bekijken.
,
Heb je een perfecte controle over de verlichting in je thuisbioscoop, dan levert de JVC moeiteloos het allerdiepste zwart. Bovendien is de lichtopbrengst uitstekend zodat je bijzonder levendige beelden mag verwachten.
De kalibratie uit de doos mocht misschien iets beter, al hoef je je daar niet echt zorgen over te maken. Wel verrassend bij een projector uit deze prijsklasse is de afwezigheid van een CMS.
Daarnaast zijn 3D-brillen en een emitter helaas optioneel, en voegen ze een flinke hap toe aan de prijs.
JVC biedt overigens een bijzondere vorm van garantie op zijn lampen. De levensduur is vastgelegd op 3.000 uur. Faalt de lamp daarvoor, dan betaal je slechts het percentage van de gebruikte uren. Faalt de lamp dus al na 300 uur, dan betaal je slechts 10 procent voor een nieuwe. Na 1.500 uur betaal je 50 procent van een nieuwe lamp. Na 80 procent betaal je echter wel de volle pot, wat de werkelijke garantie eigenlijk op 2.400 uur brengt.