Het stalen frame met de prominente speakergril is vergeleken bij de huidige flinterdunne televisies een zware en logge constructie. Maar daar is wel een reden voor: naast de sowieso al opvallende tafelvoet, waarmee de BeoPlay casual achteruit leunt als een overmaatse tablet, biedt B&O een kit aan om het toestel met een paar kabels en katrollen aan het plafond te hangen. Een erg originele, in het oog springende keuze voor je interieur. Als laatste optie is er ook een vloerstand.
Om het toestel, verkrijgbaar in zwart en wit, een eigen accent te geven kies je uit vijf kleuren voor de luidsprekers.
Ook bij de aansluitingen is de BeoPlay V1 eigengereid. Met vijf HDMI-connectoren zal je niet snel om een aansluiting verlegen zitten. Een component video- of VGAaansluiting is er echter niet. Via een verloopstekker kan je nog wel een Scart-aansluiting gebruiken. Opvallend is dat het toestel beschikt over een optische digitale ingang. Eerder uniek, en het geeft aan dat deze televisie iets te bieden heeft op audiovlak.
De drie ‘Power Link’- aansluitingen zijn op hun beurt bedoeld voor extra luidsprekers. En met de 4 PUC-aansluitingen (Peripheral Unit Control) kan je randapparaten bedienen.
De menu’s zijn voorzien van een woordje uitleg, maar zijn helaas niet altijd even handig in gebruik. Items selecteren en door het menu navigeren haal je te makkelijk door elkaar. De afstandsbediening, een Beo 4, laat ook geen optimale indruk. De D-pad is in de menu’s niet actief; het is de minijoystick die centraal in de D-pad staat die deze functie overneemt. Geen echt goede keuze, vinden we.
Toch biedt deze B&O wat extra’s voor gebruiksgemak. De Beo 4-afstandsbediening is namelijk bruikbaar als universele remote. Sluit je een toestel aan, dan vraagt de televisie je of je het met de Beo 4 wil bedienen. Instellen doe je door de wizard te volgen. We vonden op die manier zonder problemen onze Telenet HD Digicorder en onze Sony Blu-ray-speler terug.
Een IR-blaster (of IR-jack, indien beschikbaar) seint de IR-commando’s naar het andere toestel. Alle randapparaten kunnen dan ook netjes uit het zicht de kast in, zonder dat het gebruiksgemak daar onder lijdt.
,
Veel keuze heb je niet bij de beeldmodes van de BeoPlay V1. Naast een ‘game’-mode en ‘movie’-mode is er enkel nog een ‘adaptive’-mode waarbij de televisie zelf een instelling kiest op basis van de getoonde beelden. Voor de testen selecteren we uiteraard ‘movie’.
Al snel blijkt de B&O over een bijzonder goede beeldverwerking te beschikken. De scaling en de-interlacing zijn uitstekend en de televisie toont zowel video- als filmcontent met het best mogelijke detail. Daarmee moet hij alvast niet onderdoen voor de grotere merken.
De ruisonderdrukking is degelijk en staat op een gemiddelde stand ingesteld. Omdat deze optie niet in grote stappen te regelen valt, is het wel lastig om daar snel aan te sleutelen.
Bij de bewegingsscherpte merken we geen topprestaties; snel bewegende voorwerpen blijven altijd een licht wazige rand houden. Met de ‘judder cancel’-instelling in de mode ‘adaptive’ werk je heel wat judder weg uit panbeelden. Voor nog vloeiendere beelden
kies je in dezelfde instelling voor ‘full’. De typische beeldartefacten moet je er dan bijnemen.
Het kleurbereik is correct, maar de kleuren zijn over het algemeen iets te donker. Je mag de instelling ‘kleur’ dus gerust een paar streepjes hoger zetten. De grijsschaal is uitstekend en vrij van enige vervelende tinten, met een bijna perfecte kleurtemperatuur.
Dankzij een vrij goede zwartwaarde zit er ook flink wat contrast in het beeld. Dat wordt nog benadrukt door de ingebouwde contrastverbetering. Die drukt een minimum aan zwart- en witdetail weg, maar levert in ruil wel een dynamischer beeld. Die trade-off lijkt ons goed gekozen. Eveneens opvallend: deze BeoPlay heeft een uitstekende beelduniformiteit. Hij vertoont nauwelijks ‘clouding’, een probleem dat bij haast alle Edge-LED tv’s zichtbaar is.
,
B&O besteedde uiteraard ook uitgebreid aandacht aan het audiodeel van de televisie. Om te beginnen kan je naar hartenlust sleutelen aan de uitgebreide klankinstellingen. En het resultaat mag gehoord worden. De ingebouwde stereoluidspreker is bijzonder krachtig maar geeft ook heel wat detail weer. Er is zelfs een duidelijke stereoscheiding en een lekkere baslijn.
Maar er is nog heel wat meer mogelijk. Op de drie ‘Power Link’-connectoren sluit je tot zes bijkomende luidsprekers aan. Voor elk type B&O-luidspreker is er een aparte instelling voorzien zodat je met een minimum aan moeite van een optimale geluidskwaliteit geniet. Andere luidsprekers aansluiten is echter ook mogelijk. Zo kan je een volledige surroundopstelling creëren, en uiteraard zijn alle voorzieningen aanwezig om ook die correct in te stellen.
Voor nog meer flexibiliteit kan je de aangesloten luidsprekers in verschillende groepen organiseren en hen een rol (links voor, rechts voor, links surround, subwoofer, enzovoort) toekennen. Dat is ideaal als je op een andere plaats zit om muziek te beluisteren
dan waar je zit om televisie te kijken. Met een druk op de knop geef je elke speaker dan een andere rol die beter past bij de huidige luisterpositie.
,
Bij de extra’s zet de BeoPlay V1 40 een zwakkere score neer. Zo zijn er wel voorzieningen voor bedraad en draadloos netwerk, maar die zijn enkel bruikbaar voor DLNA. Er zit geen internetcontent ingebouwd, zelfs geen YouTube.
B&O voorzag wel ruimte om een Apple TV (of andere compacte mediaspeler) aan de achterzijde te bevestigen. Maar die wordt dus niet bij het toestel geleverd.
De eigen ingebouwde mediaspeler is dus het enige echte extraatje. Zowel via USB als DLNA blijkt het een zeer goede muziekspeler die al onze testformaten speelt. Alleen mocht de bediening wat handiger zijn. Vooruit- en achteruitspoelen verloopt erg traag.
Ook voor video kom je een heel eind, maar de B&O geeft verstek voor alle mogelijke ondertitels. Het enige formaat dat toch ontbreekt is DivX, maar de ‘open source’-variant Xvid wordt wel ondersteund.
In de normale stand heeft de BeoPlay V1 ongeveer 45 seconden nodig om te ontwaken. Duurt je dat te lang, dan heeft B&O een ‘quick start’-mode voorzien. Het toestel start dan op in vijf seconden maar verbruikt in stand-by dan om en bij de 25 watt.
Om dat verbruik in te perken zijn er dan weer ‘quick start timers’, waarmee je zelf bepaalt wanneer het toestel in normale standby staat en wanneer het in ‘quick start’ standby gaat. Met de twee timers kan je zelfs perfect een ander regime voorzien op weekdagen en in het weekend. Slim bedacht.
,
Kijken we naar het prijskaartje van deze B&O BeoPlay V1 40, dan wordt meteen duidelijk dat dit geen goedkoop toestel is.
Aan echte extra's ontbreekt het, maar anderzijds onderscheiden het aparte design en de goede klank dit toestel duidelijk van de concurrentie.
Of je die eigenschappen een meerprijs waard vind, kan je natuurlijk alleen zelf beslissen.