Door
De BeoPlay V1 is de eerste televisie in het onlangs voorgestelde BeoPlay-gamma van Bang & Olufsen. Hij heeft meteen enkele opvallende snufjes aan boord, zoals ruimte voor een Apple TV mediaspeler.
Met de BeoPlay V1 mikt Bang & Olufsen op een jonger publiek dan het met zijn klassieke aanbod doet. Naar goede B&O-gewoonte ziet de V1 – een ontwerp van designer Anders Hermansen – er oogstrelend uit, in zijn zwarte of witte jasje. De fabrikant maakt daarbij gebruik van twee platen metaal, en haalde de spreekwoordelijke mosterd naar eigen zeggen bij origami en de Bauhaus-kunststroming. Wil je een eigen kleuraccent toevoegen aan het toestel, dan kan dat door simpelweg een insert toe te voegen aan de gril op de voorzijde.
Het beeldformaat van deze Edge-LED televisie beperkt zich tot 32- en 40-inch formaat – niet heel erg groot dus. Anderzijds is er wel een verrassend groot aanbod aansluitingen aanwezig, met maar liefst vijf HDMI-inputs en een USB-aansluiting voor de weergave van film, foto's en muziek. Een lichtsensor past de weergave van het display automatisch aan de kijkomstandigheden aan.
Geïntegreerde extra's
Het meest opvallende kenmerk aan de nieuwkomer is echter amper zichtbaar. Op de achterzijde van de BeoPlay V1 zit immers een slot waarin een Apple TV past. Op die manier wordt het mogelijk om de populaire mediaspeler van Apple eenvoudig met de V1 te verbinden zonder dat het kleinood in het zicht staat.
Bijzonder handig is dat de televisie over een geïntegreerd audiosysteem beschikt met B&O's eigen klasse-D ICE-versterkers. Je kan zelf nog extra speakers toevoegen voor echt 5.1-surroundgeluid.
Goedkoop is relatief
Bang & Olufsen mag de toestellen die onder het BeoPlay-label worden geïntroduceerd dan wel als betaalbaar catalogeren, toch blijft het even schrikken als je het prijskaartje ziet. Dat bedraagt bij de 32-inch uitvoering van de BeoPlay V1 nog steeds minimaal 2.399 euro. Goedkoper dan een 'normale' B&O-televisie, maar nog steeds geen weggevertje.
