Redactie

Anywhere But Here

Susan Sarandon hielp begin jaren ’90 het roadmoviegenre definiëren in Ridley Scotts Thelma & Louise, en deed dat aan het einde van het decennium nog eens over in deze Anywhere but Here.

Maar merk op hoe we hier niet zeggen: “deed dat dunnetjes over”, want dat is verre van het geval. Regisseur Wayne Wang (vooral bekend van zijn tweeluik Smoke / Blue in the Face uit 1995) maakte er bijgod een heel sociaal drama van, en Sarandons vlucht deze keer niet om weg te geraken, maar om ergens naartoe te gaan.

Ze speelt een gediplomeerde lerares die zichzelf voelt wegdeemsteren in Lutjebroek, Wisconsin, en besluit op een goeie dag om samen met haar tienerdochter (Natalie Portman, toen net bekend geworden als prinses Amidala in de eerste van de nieuwe Star Wars-films) naar Beverly Hills te verhuizen in een oude Mercedes. Goed plan, zo lijkt het, want zij geraakt er wellicht aan een deftige job en haar dochter kan audities doen en zo een gevierd Hollywoodactrice worden.

Alleen: dochterlief heeft helemaal geen zin in dat laatste, en alles draait eigenlijk rond moeders obsessie met opwaartse mobiliteit. Ting! Hoorde je daar een thema vallen?

Dinsdag 5 juli, Vitaya, 20u50

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.