Eindelijk geen schoendoosmodel meer voor Panasonic, maar een nieuw, matzwart chassis. Hoewel de behuizing van de PT-AT5000E er nog steeds sober uitziet, oogt het toch al heel wat beter dan het vorige model.
Daarnaast is deze lcd-projector ook compacter dan heel wat concurrenten, enkel de DLP-modellen doen nog beter. Bij de aansluitingen vinden we drie HDMI-stekkers terug, daarmee krijgt Panasonic samen met de Acer de kroon voor de meest complete set aansluitingen. Bij het opstellen toont de projector zich van zijn meest flexibele kant.
De zeer ruime zoomlens en focus zijn gemotoriseerd, zodat je rustig met de neus op het scherm kan nakijken of je beeld haarscherp is terwijl je alles bij regelt. Ook de lensshift laat een zeer ruime verplaatsing toe, dus echt gebonden aan een specifieke opstelling ben je niet met deze machine.
Net zoals de BenQ W7000 gebruikt Panasonic een soort van joystick om de lens te bedienen, en helaas heeft ook deze implementatie dezelfde problemen. Het is een werkje van lange adem om de juiste shift te vinden, vooral omdat je bijvoorbeeld bij een kleine verticale correctie onvermijdelijk ook horizontaal beweegt.
Lawaai maakt deze projector eigenlijk niet. Zelfs met de lamp op de hoogste stand is er nauwelijks iets te horen, tenzij je er vlak naast zit. In eco-mode kunnen we bijna van stilte spreken. Je levert in eco-mode trouwens slechts 14 procent lichtopbrengst in, maar omdat de Panasonic in zijn ‘cinema’-modes al erg laag zit laat je de lamp beter op de hoogste stand staan.
De afstandsbediening is verrassend compact, maar biedt wel grote, duidelijk verlichtte toetsen. Opvallende afwezige op de remote is een toets om de beeldverhouding te wijzigen. Gelukkig is er een ‘Function’-toets waaraan je zelf een functie naar keuze kan toewijzen om dat op te lossen.
De menu’s zijn degelijk en bieden een zeer uitgebreide set mogelijkheden om de prestaties van de projector te evalueren en te verbeteren. Dankzij de split-screen’ vergelijking zie je de invloed van je aanpassingen onmiddellijk naast het oorspronkelijke beeld. Dankzij
de waveform-monitor, zeer flexibele aanpassingen van de gammacurve en een zeer uitgebreid kleurbeheer is de projector ook perfect kalibreerbaar door een professional.
En dat is nog niet alles. Liefhebbers van echte breed- beeldschermen – lees 21:9 oftewel Cinemascope – zitten goed met deze projector. In plaats van een zeer dure anamorfe lens aan te schaffen, kan je de zoom-, focus- en shiftinstellingen van 21:9-, 16:9- en 4:3-formaten opslaan en met een druk op de knop herstellen.
,
Op papier moet de Panasonic een bijzonder helder beeld produceren, maar dat valt in de praktijk toch enigszins tegen. We testen al onze projectoren in een ‘Cinema’-mode voor de beste kleurweergave, en in dat geval gebruikt de Panasonic een bijkomend kleurfil-ter dat helaas ook heel wat lichtopbrengst wegsnijdt.
Het levert nog steeds een erg mooi beeld op, maar verduistering is echt wel aangewezen. En zelfs dan is een 90-inch beeld maar nipt licht genoeg. In de ’normaal’- en ‘dynamisch’-modes levert de projector wel beduidend meer licht en komt hij heel wat dichter bij zijn specificaties. Die modes leveren echter niet dezelfde kleurfideliteit.
De ‘rec 709’-mode moet zo dicht mogelijk bij de HDTV-norm aansluiten. De kleurweergave is goed, maar zeker niet perfect. We merkten vooral dat magentatinten te blauw zijn. Rood en blauw zijn ook iets te helder. De grijsschaal is in deze instelling wel zeer goed, met enkel een lichte groentint die nauwelijks merkbaar is.
We vermelden daar nog bij dat de ‘Cinema1/2’- modes iets helderder zijn en ook zeer goede resultaten opleveren. Op het vlak van zwartwaarde kan de Panasonic met mooie resultaten uitpakken en hij weet dat te combineren met een uitstekend zwartdetail. De dynamische iris heeft enkel een aan- of uit-stand. Daar heeft de Sony VPL-HW30ES bijvoorbeeld een reëel voordeel, aangezien je de werking van de iris daarbij beter kan controleren.
De beeldverwerking van de PT-AT5000E is prima en vertoont geen echte fouten. De de-interlacing en scaling van dvd-materiaal kan eventueel nog iets beter, maar aangezien je een Blu-ray-speler toch best in 1.080p- mode zet is dat geen zware fout. Het beeld staat misschien ook iets te scherp afgesteld, maar dat kan je zelf verhelpen door te spelen met de ‘detail clarity’-instelling. Je krijgt dan meer detail te zien.
Een topscore krijgt de Panasonic voor zijn bewegingsscherpte. Met ‘Frame Creation’ kan je vrij veel detail blijven zien in snel bewegende beelden en elimineer je zo goed als alle schokken uit panbeelden. Zelfs in de laagste stand levert de projector al heel goede resultaten.
Dan rest ons enkel nog het 3D-luik. Deze projector wordt geleverd zonder 3D-bril of emitter. Wie een setje met twee brillen wil, is bijna 400 euro extra kwijt… Gezien de zeer beperkte lichtopbrengst zijn de modes met kleurfilter af te raden. Zodra we naar de ‘normaal’ beeldinstelling schakelen en de bril – die instelbaar is in drie standen – op zijn helderste stand zetten, valt het resultaat erg goed mee. Er is wat lichte crosstalk, maar die is beduidend minder dan bij de Sony VPL-HW30ES, al heeft die laatste naar onze smaak een iets betere kleurweergave met 3D-materiaal.
,
Voor de beste kleuren moet je de Panasonic echt wel in een verduisterde ruimte opstellen. Daartegenover staat dat hij met de beeldinstellingen die de helderheid verhogen wel erg fel uit de hoek kan komen, al gaat dat ten koste van wat kleurechtheid. Maak je gebruik van die modi, dan kan je wel bij beperkt licht kijken. De projector scoort bovendien hoog op flexibiliteit, is stil en levert zeer veel features.
3D is helaas optioneel en drijft de prijs sterk op. De resultaten voor 3D mogen dan wel degelijk zijn, toch zien we ook deze projector in de eerste plaats als een erg goede keuze voor 2D.