Wat denkt een filmmaker over HDR. We kregen tijdens de Panasonic Conventie de kans om Vanja Cernjul te interviewen, die achter de camera stond voor onder andere Marco Polo en Orange is the New Black.
,
Als filmmaker leer je al snel dat HDR echt een nieuwe taal is om je fotografisch uit te drukken. Zodra je de kracht van HDR gebruikt, moet je de volledige compositie van het beeld herbekijken. Je moet leren hoe je de impact van die highlights (nvdr: maximale piek op een nieuwe HDR-tv is 1.000 nits terwijl een gewone tv meestal strand op 350 nits) gebruikt om dramatisch effect te benadrukken. Wanneer filmmakers expliciet met HDR gaan werken, en die content ook in dat formaat op tv te bekijken is, zal je merken dat filmmakers die zich tot hiertoe beperkten tot de bioscoop ook tv-series zullen maken. En dat is uiteraard uitstekend voor de consument.
,
Mijn eerste ervaring met HDR was een episode van Marco Polo waarvan we een HDR-versie wilden maken. (nvdr: tijdens de ‘grading’ wordt de originele filmmaster, die een zeer uitgebreid dynamische bereik en kleurbereik heeft, omgezet naar een SDR-versie voor distributie via streaming of Blu-ray. Van diezelfde filmmmaster kan echter ook een HDR-versie gemaakt worden). De setup voor de ‘grading’ was een groot HDR-scherm, en een klein referentie SDR-scherm. Na drie minuten keek ik naar het SDR-scherm, en het beeld leek er werkelijk vaal, en modderig. De technicus bevestigde echter dat er niets fout was, dit was gewoon het SDR-beeld. Dus het is ongelooflijk hoe snel je went aan die highlights. Ik denk dat ook consumenten dit snel zullen herkennen, en er aan wennen. Het is gewoon veel realistischer.
,
Ja, zeker op vlak van zwart detail. Je kunt nu dingen doen die vroeger erg gevaarlijk waren. Beelden met een zeer hoog contrast, waarvan je nu weet dat je zowel de donkere als de heldere details zal blijven zien bijvoorbeeld. Vroeger nam je dan een reëel risico dat je in een van beide delen het detail volledig zou verliezen. En door die hoge helderheidspieken lijken de schaduwen veel solider. Dat betekent wel dat je elk beeld moet herbekijken en balanceren.
Marco Polo was bijvoorbeeld was al onmiddellijk in dci-p3 kleurbereik gezet, net zoals voor film. We werkten hoofzakelijk met drie lichtbronnen: zonlicht, maanlicht en vuur. Soms gebruikten we zelfs alleen het licht van een kaars of toorts die zichtbaar waren in het beeld, zonder bijkomende belichting. En toch moesten we elke highlight in de toorts bewaren, zonder detail te verliezen in de donkere delen. Dat was vijf jaar geleden niet mogelijk geweest.
Maar je moet er wel rekening mee houden dat de consumenten de komende jaren nog steeds heel veel in SDR kijken. Dus je moet een ideale mix vinden.
,
Tja, het zal interessant zijn om te zien hoe HDR allemaal gebruikt zal worden. Normaal gezien gebruik je de maximale piekhelderheid die het scherm kan opleveren maar in een klein deel van het beeld, typisch amper 1%. Het gaat dan om rechtstreekse lichtreflecties zoals op metalen oppervlakken, of rechtstreekse lichtbronnen zoals de zon of een kaars, maar dat is meestal dus erg beperkt. Filmmakers zouden ook de gemiddelde helderheid van het beeld kunnen optrekken, maar dat hangt van eigen stijl af, en het genre dat ze verfilmen, dus daar is moeilijk een cijfer op te kleven. De visie dat HDR het mogelijk maakt om hun werk te bekijken zoals ze het zelf voor ogen hadden, zal filmmakers in elk geval de kans geven om een unieke toets aan hun werk te geven.
,
Dat is moeilijk. Ik weet bijvoorbeeld niet hoe een Technicolor film uit de 60’er jaren er in toen uitzag in de cinemazaal. Het zal er op aan komen om mensen te vinden die dat wel kunnen zeggen, zodat we die films terug dichter kunnen brengen bij hoe het er oorspronkelijk uit zag. Maar door die films opnieuw te ‘graden’ zouden we het originele concept van de filmmaker kunnen bewaren, of op zijn minst er dichter bij komen.