Redactie

Film: Man of Steel

Hoeveel superhelden zijn er eigenlijk wel niet? Tientallen? Of zal het toch eerder honderdtallen zijn die ontsproten uit de comicsfabrieken van Marvel en DC Comics? Net zoals bij voetbal heb je bij superhelden lieden die in de vierde provinciale thuishoren – The Red Bee bijvoorbeeld – en spitsen die in eerste klasse spelen. Batman, Spider-man, Wolverine, de Hulk… Je kent ze wel.

Maar er is één superheld die toch wel op een eenzame hoogte staat, en dat mag je zelfs heel letterlijk nemen: Superman. Misschien wel de cleanste van de hoop, Dash wast witter dan wit, zonder de morele ambiguïteit van een Batman of Dredd, en natuurlijk de sterkste van allemaal.

Vroeger was hij echt een symbool van Amerika, misschien zelfs meer dan Captain America zelve. Helaas, zijn onbevlekt blazoen maakt Superman meteen een van de saaiste superhelden van heel het pantheon. De eerste films die rond Superman draaiden, met wijlen Christopher Reeve, sukkelden daar wel mee. Voor kinderen waren ze fantastisch – als tienjarige genoot ik er immens van – maar als je ze nu herbekijkt blijken de films stuk voor stuk flinterdunne verhaallijnen te hebben en bevolkt te zijn door kartonnen figuren.

,

Een remake anno 2013 moet anders. De wereld ziet er heel anders uit, en ook superhelden zijn niet meer wat ze vroeger waren. Batman is een halve psychopaat, Iron Man een getraumatiseerde miljonair die meer last heeft van de overheid dan van zijn tegenstanders, en Wolverine is getormendeerder dan ooit.

Maar hoe zit het dan met onze man van staal? Heeft hij ook een update naar de 21ste eeuw gekregen? Het was even aankijken, en dat heeft alles te maken met de regisseur. In de regiestoel van Man of Steel zit Zach Snyder, en dat is een man met heel wat credentials qua het bereiden van visuele feestmaaltijden. Watchmen, Sucker Punch en 300 tonen wat de man in z’n mars heeft – maar ook waar Snyder niet zo goed in is. Namelijk, een goed verhaal brengen met uitgediepte personages waar een kijker mogelijk een zier om zou geven.

,

In Man of Steel probeert Snyder zijn zwakte op te vangen door Superman een moeilijke jeugd te geven, en die via flashbacks prijs te geven aan de kijker. Centrale figuur is Kevin Costner, de adoptievader van Clark Kent, die de jonge Superman probeert een plaats te geven in onze wereld.

Die scenes zorgen er inderdaad voor dat Clark Kent menselijker wordt – letterlijk zelfs – zeker bij de sterfscene van vader Kent. Maar echt plakken doet het allemaal niet, net vanwege de overweldigende actiescenes die de rest van de film bevolken. Ook love interest Lois Lane blijft maar een oninteressante figuur – heel wat anders dan bij vorige Superman-behandelingen.

,

De film wordt heel wat spannender als General Zod opduikt, de aartsvijand van de echte papa Superman (Russel Crowe). Maar misschien ook wel té spannend, want vanaf dat moment is het een waar fest van special effects waar Michael Bay jaloers op zou zijn. Je kan het misschien al inbeelden wat er gebeurt als Superman in een slaperige Midwest-stadje een vuistgevecht aangaat met een reeks even sterke en met superkrachten begenadigde aliens.

Visueel dus weer een topper van Snyder, waar actieliefhebbers een mooi gevulde avond aan hebben. En de pogingen om de personages wat meer leven in te blazen mogen dan niet echt gelukt zijn, er zit toch wat meer in dan bij zijn vorige films. Maar toch, bij de onvermijdelijke deel 2 toch beter, Zach! 

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.