We dachten eventjes dat we hem kwijt waren, maar nee hoor: de meester is weer helemaal terug sinds Inglorious Basterds. Onlangs ging Quentin Tarantino een beetje té ver over de schreef met Django Unchained, een spaghettiwestern over de slavernij. Maar net als bij Tarantino's misdaadtrilogie (die begon met het frisse Reservoir Dogs) is ook de eerste film uit zijn wraakdrieluik (een derde film moet dus nog komen) weer de beste.
Dit oorlogsepos, want zo mogen we het met recht betitelen, is Quentin Tarantino’s meest voldragen film tot nu toe, en waarom? Omdat hij geen schrik meer vertoonde om binnen zijn eigen formule te blijven.
Eind jaren ’90 deed hij teveel zijn best om zijn meest ardente critici de mond te snoeren, wat toen resulteerde in het mooie maar veel te toegeeflijke Jackie Brown. In de opvolger daarvan, het pas zes jaar later uitgebrachte Kill Bill-tweeluik, zaten dan weer iets teveel opgestoken middelvingers naar de heren en dames die de canon van Hollywood denken te bepalen. En in Death Proof, zijn helft van de Grindhouse-double bill met Robert Rodriguez, vierde hij iets te fel zijn liefde voor de exploitatiefilm.
Maar na alweer een lange stilte maakte hij vervolgens deze evenwichtige prent over een team Joods-Amerikaanse GI’s die achter de frontlinies van Wereldoorlog II de Duitsers de stuipen op het lijf moesten jagen met beestachtige wreedheden. ‘We will be cruel to the Germans’, blaft Brad Pitt in zijn Hilbilly-accent aan het begin van de film, en dat was volledig naar waarheid.
Pas als je Inglourious Basterds hebt gezien, besef je dat die Tarantinoformule net voortvloeit uit De Kinnebak zijn allesverterende liefde voor Vrouwe Cinema, en dat voel je bij elke streep dialoog, elk panoramisch beeld, elke oogopslag van de ravissante Mélanie Laurent, wiens Joodse hoofdpersonage (want de Basterds komen eigenlijk maar eventjes piepen in de film) wraak zoekt voor de slachtpartij die Nazibeul Christoph Waltz (nog zo’n revelatie) aan het begin van de film onder haar familie had aangericht.
Inglourious Basterds knettert, vertedert en schokt tegelijk, en Tarantino zet de boel op de juiste momenten stevig aan met zijn eigen toets. Of met die van anderen, zoals de talloze Ennio Morriconedeuntjes of de vroege rockplaten van David Bowie (godsamme!) die hij over zijn meesterwerk gooit. Ja, dat las je goed: een meesterwerk!
Zaterdag 16 maart op 2BE om 20u45