Redactie

Review: The Beatles Remasters

In 1962 richtten vier jongelui uit Liverpool een groepje op. ‘The Beatles’, noemden ze zichzelf, en de rest is geschiedenis. En wat voor geschiedenis…

The Beatles verkochten tot op heden meer dan één miljard platen en cd’s, en slaagden er in 1964 zelfs in om zomaar eventjes twaalf hitsingles tegelijk in de ‘Billboard Hot 100’-hitlijst te smokkelen, waaronder de vijf eerste plaatsen. Geen enkele andere zanger(es) of groep heeft hen dat ooit nagedaan. Nee, ook niet The Rolling Stones, Prince, Michael Jackson of Madonna.

Beatlemania
Over naar 2009. Na vier jaar schaaf- en restauratiewerk aan de originele Beatles-masters in de beroemde Abbey Road Studio’s, wordt het volledige oeuvre van The Fab Four onder de benaming Remasters op de mensheid losgelaten. Tegelijk wordt een enorme marketingmachine op gang getrokken om de ‘Beatlemania’ maximaal te exploiteren.

Tegen de introductiedatum – 09/09/09 – ontstaan taferelen die doen denken aan de introductie van de eerste iPhone. Mensen gaan midden in de nacht postvatten voor de winkel, om er zeker van te zijn dat ze de ‘Remasters’ te pakken krijgen. Zelfs op het nationale tv- en radionieuws wordt de release uitvoerig toegelicht, toch ook niet bepaald een alledaags item in het journaal.

Om maar te zeggen dat The Beatles schijnbaar nog heel wat kunnen losmaken, ook al is het al van 1969 geleden dat ze hun laatste, echte album (Abbey Road) uitbrachten.

De Boxsets
Maar waar hebben we het hier nu concreet over? Om te beginnen worden er twee Remasters-boxen aangeboden, een Stereobox en een Monobox. Die eerste haal je in huis voor 250 euro, voor de tweede moet je 300 euro ophoesten.
 

De Stereobox bevat het volledige studio-oeuvre van The Beatles – goed voor 12 albums – plus twee verzamelalbums, Past Masters Vol. I en II, die hier als één dubbel-cd worden aangeboden. Ook het Magical Mystery Tour-album krijg je erbij.

Als je de box wat teveel van het goede vindt, kan je elk van de veertien albums gelukkig ook los aanschaffen. Je moet het dan wel zonder de fraaie, zwarte doos stellen en ook de dvd waarop een aantal minidocumentaires staan krijg je dan niet in je bezit. Die staan echter ook in Quicktime-formaat op de albums van de eerste persing, zodat je ze alsnog op een pc of mac kan bekijken.

Elke individuele cd is verpakt in een hoesje met de originele album art – voor de puristen: de Engelse versie – en komt met een boekje waarin zowel de originele liner notes als nieuwe commentaren te lezen zijn, afgewisseld met sfeervolle, zeldzame beelden. Ja, iemand heeft hier aardig wat tijd aan besteed.

,

Oké, maar hoe ziet het dan met de Monobox? Die voldoet aan het ‘minder is meer’-principe. De Monobox bevat namelijk minder muziek, maar hij kost meer. De albums Yellow Submarine, Abbey Road en Let it be zitten er immers niet in. Van de Monobox werden er wereldwijd aanvankelijk slechts 10.000 exemplaren gemaakt – waarvan platenlabel EMI 500 stuks heeft gereserveerd voor de Belgische markt – en die zijn intussen allemaal de deur uit. Maar geen nood, er komt een tweede persing aan.

Restaureren
Het oeuvre van The Beatles is oorspronkelijk opgenomen op analoge tapes, al was het maar omdat er destijds geen alternatieven bestonden. Bovendien was het aantal verschillende sporen zeer beperkt bij de opname-apparatuur.

Tegenwoordig wordt tijdens opnames elk riedeltje op een apart spoor opgenomen, zodat de geluidstechnici achteraf ook elk individueel detail naar believen kunnen bewerken met effecten, equalising, en ga zo maar door. In de periode dat The Beatles hun hoogdagen beleefden, waren er aanvankelijk slechts twee sporen beschikbaar. Later werden dat er vier – vanaf A Hard Day’s Night – en pas vanaf ‘De Dubbele Witte’ waren het er acht, wat nog altijd erg zuinigjes is.
 

Daardoor moesten er flink wat geluiden worden samengepropt op één spoor. En de eindmixes werden niet in stereo uitgevoerd zoals vandaag de dag gebruikelijk is, maar in mono. Van stereo was er destijds immers nog maar amper sprake.

Later werden dan wel stereoversies gemaakt, die echter opvallend artificieel klinken in vergelijking met het originele werk. Draai de balansregelaar op de je versterker helemaal naar links en je hoort enkel de stemmen, draai ‘m helemaal naar rechts en je luistert alleen naar de muziek.

Leuk voor een karaoke-avondje, maar volwaardige stereoweergave – waarbij elk instrument en elke stem een uitgekiende plaats in het stereobeeld krijgt, zodat een mooi samenhangend geheel ontstaat – is wel wat anders. Wat meteen verklaart waarom sommige liefhebbers The Beatles liever in mono dan in stereo horen.

De originele opnames blijken gelukkig bijzonder goed bewaard te zijn gebleven. De banden zijn van een type dat weinig of geen last van oxidatie heeft, maar toch werden de weergavekoppen tussen elk nummer in netjes opnieuw stofvrij gemaakt tijdens het digitaliseren. Dat digitaliseren gebeurde trouwens aan 24 bit/192 kHz met een Prism A/D-omzetter die het signaal naar een Pro Tools-opnamesysteem stuurde.

Maar zelfs met die wetenschap in het achterhoofd was het maar de vraag in hoeverre de  geluidstechnici zich de vrijheid zouden permitteren om deze zowel artistiek als geschiedkundig buitengewoon waardevolle opnames te moderniseren. Gelukkig is het studiowerk beperkt gebleven tot het occasioneel verwijderen van storende klik- en microfoongeluiden, het herstellen van kleine knip- en plakfoutjes, een snuifje equalising en het onderdrukken van een flard ruis hier en daar. Fijn, maar hoe klinkt het in de praktijk?

,

Klinkt dat?
De nieuwe stereo-opnames klinken cleaner, waarbij het stereobeeld breder is geworden. Daardoor zijn individuele instrumenten duidelijker te onderscheiden en krijgen ze meer ademruimte. Dat valt vooral op bij gitaren, maar ook bij hi-hats en dergelijke. Sommige oude nummers klinken vuil en rommelig als je ze vergelijkt met de nieuwe opnames.
 

Verder is het ruisfilterverhaal goed merkbaar en lijkt de dynamiek toegenomen te zijn. Wel heb je een serieuze geluidsinstallatie nodig om de verschillen echt goed te horen en te appreciëren. Maar daar lees je FWD Magazine voor, natuurlijk.

Blijft de vraag: moet je ze kopen? Ons antwoord is duidelijk: ja. De Monobox vinden we aan de dure kant en de meerwaarde tegenover de stereoversies is in het beste geval twijfelachtig te noemen. De Stereobox is een stuk aantrekkelijker, maar misschien is het nog het slimst om eerst een paar van je favoriete Beatles-albums opnieuw te kopen.

Als je geen idee hebt welke dat moeten zijn, ga dan voor Rubber Soul, Sgt. Pepper’s Lonely Heart Club Band en de ‘Dubbele Witte’. Daarna kan je er de overige albums nog steeds aan toevoegen. Natuurlijk ben je dan wel duurder uit dan wanneer je meteen de volledige Stereobox koopt. Dilemma!
 

 

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.